Wat Krijgen Gevangenen Te Eten?

Wat Krijgen Gevangenen Te Eten
Wat Krijgen Gevangenen Te Eten? In de gevangenis krijg je een keer in de week een zakje met 100 gram koffie, 100 gram suiker, 10 zakjes thee, en wat boter. Verder krijg je iedere dag een glas melk of karnemelk. Als je geld hebt kun je voor € 2,50 per week ook een koelkastje op je cel krijgen, maar soms zijn er te weinig.

Waar heeft een gevangene recht op?

Als u in de gevangenis zit, heeft u een aantal rechten. Bijvoorbeeld recht op bezoek, medische zorg en verlof. Daarnaast heeft elke gevangenis ook eigen huisregels die uw rechten en plichten aangeven.

Wat moet een gevangene betalen?

Mensen die in een Nederlandse gevangenis zitten, kosten veel vergeleken met die in andere landen in Europa. Met 250 euro per dag neemt Nederland na San Marino (708 euro), Zweden (359) en Noorwegen (344) een vierde plek in in Europa. Het gemiddelde is 51 euro.

Wat krijgt een gevangene per dag?

76 cent per uur – Gevangenen verdienen met hun werkzaamheden een basisloon van 76 eurocent per uur en krijgen wekelijks uitbetaald. Ze zijn ‘in dienst’ van In-Made (van het Engelse woord inmate dat gedetineerde betekent). In sommige gevangenissen worden tuinmeubelen gemaakt, brood gebakken, fietsen en houten speelgoed vervaardigd, maar ook hekwerken, voetbalkooien, doelen en speeltoestellen voor sportvelden. Lees ook: Werk vinden na celstraf: ‘Ze kijken niet naar mij als persoon’ Op 1 juli treedt de nieuwe wet ‘straffen en beschermen’ in werking. Arbeid achter gevangenismuren krijgt dan een vrijwillig karakter en gedetineerden komen niet langer voorwaardelijk vrij na het uitzitten van twee derde van de opgelegde straf. Lees ook: Gevangenen Almelo verkopen eigen kledinglijn JailFashion voor het goede doel

Wat doet een gevangene overdag?

Wat doet een gevangene de hele dag? – Ze werken! Arbeid vormt een belangrijk onderdeel van het dagprogramma van gedetineerden. Gevangenen werken ongeveer 20 uur per week. Of gevangenen mogen werken is afhankelijk van hun achtergrond, delict en betrouwbaarheid.

Veel gevangenissen hebben een in-house productiebedrijf, waarbinnen de gedetineerden werkzaam zijn. De werkzaamheden variëren van lopendebandwerk tot aan vakarbeid. Gevangenen mogen werken in de gevangenis omdat dit structuur aanbrengt in hun leven. Dit is waardevol met het oog op een mogelijk zelfstandig en arbeidzaam leven na hun vrijlating.

Ook kunnen gevangenen op deze manier wat geld verdienen.

Hoe komt een gedetineerde aan geld?

Geld overmaken en ontvangen – Een gedetineerde kan geld ontvangen en overmaken aan eender welke persoon buiten de gevangenis. Financiële transacties tussen gedetineerden zijn echter wegens veiligheidsredenen verboden, tenzij de directeur dit uitzonderlijk toelaat. De gedetineerde kan geld ontvangen via overschrijving, cheque of mandaat.

Hebben gevangenen een telefoon?

‘Duimtelefoons’ duiken op in gevangenis: gevonden door speciale telefoonhonden Telefoons niet groter dan je duim, ze duiken regelmatig op in Nederlandse gevangenissen. Bij een grote doorzoeking in de penitentiaire inrichting in Sittard zijn verschillende duimtelefoons aangetroffen.

  1. Ze zijn gevonden door zogenoemde telefoonhonden.
  2. Gedetineerden mogen in de gevangenis alleen gebruik maken van een gevangenistelefoon.
  3. De gesprekken die ze voeren via deze telefoon kunnen worden bewaard en meegeluisterd.
  4. Daarom worden er regelmatig duimtelefoons de gevangenis in gesmokkeld.
  5. Om dit soort smokkelwaar te vinden houdt de Diens Justitiële Inrichtingen regelmatig ‘sweepacties’ (doorzoekingen, red.).

“We houden dit soort acties regelmatig. We doorzoeken dan onaangekondigd bijvoorbeeld tien cellen tegelijk”, legt Robert Meijer van DJI uit. “Gevangenen hebben dan geen tijd om spullen te verstoppen of door de wc te spoelen.” Bij een actie in de gevangenis in Sittard vorige week werden op deze manier meerdere telefoons aangetroffen.

Hoe lang mag een gevangene luchten?

Wettelijke basis De gedetineerde, ingeslotene, jeugdige en verpleegde (patiënt) hebben het recht om gedurende ten minste één uur per dag in de buitenlucht te verblijven. Dit wordt in de praktijk vaak ‘luchten’ genoemd. Het recht op luchten is voor gedetineerden en ingeslotenen vastgelegd in artikel 49, eerste lid, Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

Voor jeugdigen is dit recht neergelegd in artikel 53, derde lid, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) en voor patiënten in artikel 43, derde lid, Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt). Duur van het luchten In de wet is opgenomen dat recht bestaat op ten minste één uur verblijf in de buitenlucht.

Dit betekent dat het luchten minimaal een uur moet duren. De directeur mag dit uitbreiden naar meer uren per dag. De tijd die nodig is voor het uitsluiten en insluiten van de justitiabele mag niet worden afgetrokken van het uur. Een tekortkoming van enkele minuten, zodat het luchten bijvoorbeeld 55 minuten heeft geduurd, voldoet dus niet.

  1. Plaats van het luchten Luchten betekent volgens de wet het verblijf in de buitenlucht.
  2. Het uitgangspunt voor zowel gedetineerden, ingeslotenen, jeugdigen en patiënten is dat er gemeenschappelijk wordt gelucht.
  3. Dit gebeurt doorgaans op een luchtplaats of buitenplaats.
  4. In sommige gevallen wordt er echter gelucht in een luchtkooi.

Dit is bijvoorbeeld het geval indien een justitiabele in een straf- of isoleercel verblijft op grond van een disciplinaire straf of ordemaatregel. Ook in die gevallen is er namelijk het recht op lucht dat de directeur niet naar eigen believen kan intrekken.

Het in deze gevallen luchten in een luchtkooi die aan de daaraan te stellen eisen voldoet, is niet in strijd met de wet. Indien er te weinig personeel is waardoor de veiligheid op de reguliere luchtplaats niet gewaarborgd kan worden, mag er ook in incidentele gevallen worden gelucht in een luchtkooi.

Wel is in een zaak door de RSJ geoordeeld dat het zeven maanden lang moeten luchten in een luchtkooi vanwege opgelegde toezichtsmaatregelen en de gebouwelijke situatie van de inrichting, op gespannen voet komt te staan met het beginsel van minimale beperkingen van artikel 2, vierde lid, Pbw en het verbod op onmenselijke behandeling van artikel 3 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

In dit geval is de directeur opgedragen om alternatieven te gaan zoeken. Daarnaast heeft de RSJ geoordeeld dat het verblijf in de buitenlucht niet per definitie recreatief hoeft te zijn. Indien een patiënt in de buitenlucht arbeid verricht op een boerderij en daarmee ten minste een uur per dag in de buitenlucht verblijft, is voldaan aan het recht op luchten.

Luchtkooi De Nederlandse wet stelt geen eisen, zoals bijvoorbeeld minimale afmetingen, aan een luchtkooi. Artikel 27.1 van de European Prison Rules (EPR) biedt wel een richtlijn. In dit artikel is vermeld dat het bij luchten moet gaan om ‘exercise in the open air’.

Hoewel de EPR slechts een richtlijn is, heeft de RSJ dit wel in haar uitspraken meegenomen. Zo is geoordeeld dat onder ‘exercise in the open air’ het daadwerkelijk ervaren van de weersomstandigheden moet worden verstaan, waaronder niet alleen ‘zien’, maar met name ook ‘voelen’. Volgens de RSJ voldoet een luchtkooi in ieder geval aan de daaraan te stellen eisen indien de weersgesteldheid kan worden gezien, gevoeld en ervaren.

Ook dient de luchtkooi minstens een oppervlakte van 10 vierkante meter te hebben. Het verblijf in een luchtkooi met een open bovenkant kan in beginsel als verblijf in de buitenlucht worden aangemerkt. Dit geldt ook voor een verblijf in een luchtruimte met een oppervlakte van circa 40 vierkante meter, waarvan de gehele bovenkant uit een raster bestaat, maar waardoor wel contact met de open lucht wordt ervaren en zicht is op de open lucht.

Een luchtkooi van ongeveer 10 vierkante meter, met een gesloten plafond en twee uitsparingen in de buitenwand van 80 x 135 cm waarvoor tralies was geplaatst, kon volgens de RSJ niet worden aangemerkt als verblijf in de buitenlucht. Zeker nu er altijd elektrisch licht brandde en alleen door de uitsparingen daglicht en buitenlucht de luchtkooi in konden komen.

Afgekeurde luchtkooi Indien de RSJ een luchtkooi afkeurt in een beroepszaak, kent de wet geen bevoegdheid aan de beroepscommissie toe om een verbod tot (toekomstig) gebruik van de luchtkooi uit te vaardigen. Dit betekent dat de betreffende inrichting de afgekeurde luchtkooi in de praktijk kan blijven gebruiken.

  • Wordt de luchtkooi toch gebruikt zonder dat de omstandigheden zijn gewijzigd, dan is dit gebruik dus in strijd met de wet.
  • Het luchten in een afgekeurde luchtkooi kan namelijk niet worden aangemerkt als een verblijf in de buitenlucht.
  • Daarom dient er een financiële tegemoetkoming te worden toegekend indien er wel wordt gelucht in een afgekeurde luchtkooi.

De omstandigheid dat de directeur of de beroepscommissie enige financiële tegemoetkoming toekent, maakt het gebruik van de luchtkooi echter niet conform de wet. Beperkingen op het recht op luchten De RSJ heeft geoordeeld dat het recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht in beginsel als een onvervreemdbaar fundamenteel recht is.

Beperkingen op dit recht mogen alleen in zeer uitzonderlijke gevallen. Ook bij zeer ernstige calamiteiten moet de directeur extra inspanningen verrichten om een passende compensatie te kunnen bieden. Met extra inspanningen wordt bijvoorbeeld bedoeld extra personeelsinzet, beveiliging of mechanische hulpmiddelen.

Gerechtvaardigde beperkingen De RSJ heeft geoordeeld dat de aanslag in een tram in Utrecht op het 24Oktoberplein aan te merken viel als een zodanig uitzonderlijke situatie, dat het daardoor niet kunnen luchten een gerechtvaardigde inperking was. Deze uitzonderlijke situatie raakte alle gedetineerden in de inrichting als gevolg waarvan vrijwel de helft van alle gedetineerden niet heeft kunnen luchten.

  1. De RSJ oordeelde dat het in dat geval onredelijk zou zijn om van de directeur te verlangen dat hij een nieuw luchtmoment zou aanbieden.
  2. Ook de situatie waarin in een tbs-kliniek het pagersysteem was uitgevallen en de portofoons niet konden worden gebruikt om de haperende piepers te vervangen, werd door de RSJ gezien als een uitzonderlijke situatie.

De RSJ oordeelde dat hierdoor onvoldoende communicatiemiddelen beschikbaar waren voor het personeel om het luchten te begeleiden. Ook de omstandigheid van een opstand op de luchtplaats, waarbij ongeveer 60 gedetineerden betrokken waren en die vervolgens aanleiding gaf tot een lockdown, diende naar het oordeel van de RSJ aangemerkt te worden als uitzonderlijke situatie die een afwijking van het recht op luchten rechtvaardigde.

  • Daarnaast kan het gedrag van een justitiabele aanleiding zijn om het recht op luchten te mogen beperken.
  • Dat was het geval bij een patiënt die vanaf de ochtend ernstige dreigementen uitte en zich agressief opstelde.
  • Meerdere keren was geprobeerd om het contact met de patiënt te herstellen maar dat was niet gelukt, waardoor het niet veilig was om de patiënt te laten luchten, ook niet met meermansbegeleiding en handboeien.

In het geval waarin een jeugdige zich tijdens het luchten heeft misdragen en daardoor een ordemaatregel opgelegd heeft gekregen, oordeelde de RSJ dat de directeur de jeugdige het restant van de luchttijd niet hoefde in te laten halen. Indien een gedetineerde naar de rechtbank moet en daardoor tijdens het luchten niet aanwezig is in de inrichting, levert dit geen schending op van het recht op luchten.

  • Het valt de directeur namelijk niet toe te rekenen dat de gedetineerde in dat geval niet heeft kunnen luchten.
  • In een andere zaak van een patiënt oordeel de RSJ echter dat ook in het geval van een zitting bij de RSJ de zorgplicht bij de directeur blijft bestaan om het recht op luchten te effectueren.

Het komt er dan op neer welke inspanningen de directeur (nog) heeft kunnen doen, zoals het aanbieden van een luchtmoment de volgende dag. Onterechte beperkingen Een defect alarmsysteem daarentegen was niet aan te merken als een uitzonderlijke omstandigheid.

  • De directeur moet in zulke gevallen extra inspanningen verrichten om een passende tegemoetkoming aan te bieden.
  • Dit betekent dat bij een reguliere alarmsituatie in een inrichting ook inspanningen moeten worden verricht om compensatie aan te bieden.
  • Coronavirus en beperking van het luchten Het coronavirus heeft in sommige gevallen ook geleid tot een gerechtvaardigde beperking op het recht op luchten.
See also:  Wat Is Een Gridstraf?

Zo oordeelde de RSJ in haar uitspraak van 25 juli 2022 bij een gedetineerde die in cellulaire quarantaine was geplaatst, dat sprake was van een dusdanige uitzonderlijke situatie dat het beperken van het luchtmoment naar 30 minuten gerechtvaardigd was.

Daarbij nam de RSJ in acht dat (mogelijk) besmette gedetineerden apart van de overige gedetineerden moesten luchten en de overige detineerden in kleine groepjes moesten luchten om de contactmomenten zoveel mogelijk te beperken, dat er wegens de anderhalve meter-regel slechts beperkt luchtplaatsen beschikbaar waren en dat de directeur compensatie heeft geboden door extra verzorgingsmomenten, snacks en het vertonen van extra films.

Ook in een zaak waarin een gedetineerde tijdens een quarantainemaatregel van 4 dagen beperkt is geweest in zijn recht op luchten wegens een besmetting met corona van een personeelslid op klagers unit, oordeelde de RSJ dat sprake was van een dusdanige uitzonderlijke omstandigheid.

In een zaak waarin een gedetineerde 14 dagen op afzondering zat in verband met het voorkomen van besmettingsgevaar met het coronavirus en gedurende deze ordemaatregel niet heeft kunnen luchten, oordeelde de RSJ echter dat de directeur geen inspanningen heeft verricht voor passende compensatie. In de wet staat dat de directeur de gedetineerde ‘in de gelegenheid stelt’ om te luchten.

Dit betekent niet dat een gedetineerde zelf moet verzoeken om te luchten. De directeur dient hiertoe in beginsel het initiatief te nemen en de gedetineerde te vragen of hij wil luchten. In een zaak waarin een patiënt een spreekverbod opgelegd kreeg tijdens het luchten, oordeelde de RSJ dat het recht op luchten ook het recht inhoudt om te kunnen spreken met medepatiënten en dat in dit geval geen noodzaak bestond om dit recht te beperken.

Tegemoetkoming Wanneer een gedetineerde niet heeft kunnen luchten, dient de directeur extra inspanningen te verrichten om een passende tegemoetkoming aan te bieden. Het aanbieden van luchten tijdens een recreatiemoment zodat dit ten koste daarvan gaat, valt niet aan te merken als een passende tegemoetkoming.

Hetzelfde geldt voor het aanbieden van een recreatiemoment waaraan de gedetineerde sowieso al zou deelnemen. De tegemoetkoming dient in beginsel een daadwerkelijk uur verblijf in de buitenlucht te zijn of een andere passende tegemoetkoming die niet ten koste gaat van waar een justitiabele al recht op heeft.

  1. De voorkeur is om te compenseren in natura, wanneer dit niet mogelijk is kan een geldelijke tegemoetkoming worden toegekend.
  2. Een geldelijke tegemoetkoming voor één gemist luchtmoment is met ingang van de nieuwe standaardbedragen tegemoetkomingen van de RSJ per 1 augustus 2021 €12,50.
  3. Afwijking daarvan is mogelijk als daartoe aanleiding is, zie voor meer informatie het dossier Tegemoetkoming,

RSJ 10 september 2003, 03/1204/GA RSJ 5 november 2014, 14/4066/SGA RSJ 23 februari 2018, 17/2611/JA RSJ 7 december 2015, 15/2880/GA RSJ 12 januari 2015, 14/3467/TA en 14/3910/TA RSJ 7 februari 2017, 16/3079/TA RSJ 1 augustus 2014, 14/0944/TA RSJ 26 maart 2010, 10/0020/TA RSJ 2 februari 2012, 11/1836/TA RSJ 6 juni 2007, 06/3258/GA RSJ 4 februari 2013, 12/3185/GA RSJ 12 december 2011, 11/2352/GA en RSJ 21 november 2011, 11/1440/GA Bijvoorbeeld RSJ 15 juli 2020, R-19/4066/GA RSJ 7 november 2012, 12/1753/TA en 12/1762/TA RSJ 18 september 2019, R-19/3658/GA RSJ 7 november 2012, 12/1753/TA en 12/1762/TA RSJ 21 september 2020, R-20/5697/GA RSJ 12 oktober 2017, 17/1633/TA RSJ 5 augustus 2003, 03/0859/JA RSJ 8 januari 2016, 15/2966/GA RSJ 23 december 2015, 15/2433/TA en 15/2523/TA RSJ 15 juli 2020, R-19/4066/GA en RSJ 20 oktober 2020, R-19/4316/GA RSJ 25 juli 2022, 21/21622/GA RSJ 31 augustus 2021, 21/21481/TA RSJ 8 juli 2021, R-20/7688/GA Artikel 49, derde lid, Pbw RSJ 16 januari 2020, R-19/4499/GA RSJ 7 februari 2018, 17/3117/TA RSJ 15 juli 2020, R-19/4066/GA en RSJ 20 oktober 2020, R-19/4316/GA RSJ Standaardbedragen Tegemoetkomingen

Hoe ziet de dag van een gevangene eruit?

Hoe ziet een dag van een levenslanggestrafte eruit? De penitentiaire inrichting waar de veroordeelde verblijft, bepaalt het dagprogramma. Als betrokkene nog niet onherroepelijk veroordeeld is, verblijft hij in een ‘huis van bewaring’. Daar geldt een vrij streng regiem.

Nadat zijn veroordeling onherroepelijk is geworden, wordt hij overgeplaatst naar een regiem dat past bij wat over hem bekend is (is hij vluchtgevaarlijk, is hij geschikt om met anderen op een afdeling te verblijven, heeft hij medische behandeling nodig, heeft hij zelf de voorkeur voor een bepaalde gevangenis, in verband met familiebezoek, etc.

etc.?). Het dagprogramma in een gewone gevangenis bestaat uit een ochtend- en een middagprogramma. De helft van de dag is er arbeid en de andere helft van de dag is bestemd voor alle andere bezigheden, zoals: sport, bezoek ontvangen, naar de verpleegkundige, telefoneren, douchen, onderwijs, bibliotheek.

Kan een gevangene Anoniem bellen?

Kan een gevangene Anoniem bellen? – Gedetineerden kunnen nu nog met anonieme belkaarten bellen vanuit hun detentie. Hoewel praktisch alle gesprekken worden opgenomen, bestaat de mogelijkheid om op deze manier vanuit de cel criminele handelingen voor te bereiden of te laten plegen.

Hoe vaak mogen gevangenen douchen?

Hoe vaak mogen gevangenen douchen? – Algemeen Persoonlijke verzorging wordt in de Beginselenwetten ook wel omschreven als materiële verzorging. Materiële verzorging heeft betrekking op alle ingesloten: justitiabelen, tbs-gestelden, jeugdigen en vreemdelingen. Wanneer er verschil in regelgeving is ten aanzien van een bepaalde sector, zal die hieronder apart worden benoemd.

  • In artikel 44 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), artikel 49 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) en artikel 42 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) over persoonlijke verzorging zijn drie zorgplichten voor de directeur vastgelegd: 1.
  • De zorgplicht voor verstrekking van voeding, noodzakelijke kleding en schoeisel of geldmiddelen daartoe; 2.

de zorgplicht om de voeding zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de godsdienst of levensovertuiging van de justitiabele; 3. de zorgplicht voor het naar behoren kunnen verzorgen van het uiterlijk en de lichamelijke hygiëne. De artikelen komen overeen qua opbouw.

  1. Het tweede lid van de betreffende artikelen geeft de ingeslotene het recht op het dragen van eigen kleding en schoeisel, tenzij deze een gevaar kunnen opleveren voor de orde of veiligheid van de inrichting.
  2. Het vijfde lid beschrijft dat in de huisregels regels worden gesteld omtrent de aankoop door justitiabelen van gebruiksartikelen die niet door de directeur beschikbaar worden gesteld.

Hieronder zullen de zorgplichten die uit de artikelen voortvloeien apart besproken worden en tot slot de aankoop van gebruiksartikelen. Voor bespreking van de onder nr.2 genoemde zorgplicht wordt verwezen naar het dossier ‘geestelijke verzorging ‘. Het is van belang om te weten dat wanneer de zorgplicht niet wordt nageleefd, hiertegen geen beklag kan worden ingediend door verpleegden, nu de beklagmogelijkheden in de Bvt beperkter zijn dan in de Pbw en Bjj.

De volwassen en jeugdige justitiabele en de vreemdeling kunnen wel beklag indienen over de wijze waarop de zorgplicht in een individueel geval wordt toegepast. Artikel 59a Pbw geeft daarnaast de mogelijkheid om een verzoek tot formele bemiddeling te doen. Voeding De algemene zorgplicht van de directeur houdt onder andere in dat de directeur er zorg voor draagt dat aan de ingeslotene voeding wordt verstrekt.

Kwaliteit en hoeveelheid voeding In de Nederlandse wet- en regelgeving zijn geen regels te vinden over de kwaliteit en hoeveelheid van het eten. Hier kan de commissie van toezicht een belangrijke rol spelen, door bijvoorbeeld een keer mee te eten in de inrichting om zo te peilen hoe de kwaliteit van het eten is.

Ook het aantal klachten over het eten kan een indicatie zijn voor de kwaliteit ervan. In de Europese gevangenisregels van de Raad van Europa is wel een bepaling over voeding opgenomen, namelijk regel 22. Deze regel schrijft voor dat de ingeslotenen drie maal per dag met redelijke intervallen een maaltijd ontvangen, dat het voedsel hygiënisch moet zijn bereid en opgediend en dat het voedsel voedzaam is.

Hierbij moet rekening gehouden worden met de leeftijd, de gezondheid, de lichamelijke toestand, het geloof, de cultuur en de aard van het werk van de justitiabele in de inrichting. Daarbij moeten in de nationale wetgeving de voorwaarden voor een voedzame maaltijd van een minimale kwaliteit worden voorgeschreven, inclusief de minimale voedingswaarde ervan en de hoeveelheid eiwitten die in de maaltijd zit.

  • Ook dienen ingeslotenen op ieder moment van de dag toegang te hebben tot schoon drinkwater.
  • Dieetvoeding Overeenkomstig regel 22.6 van de Europese Gevangenisregels is het voor de medische dienst mogelijk om bepaalde ingeslotenen op medische gronden dieetvoeding voor te schrijven.
  • De overige ingeslotenen kunnen echter geen aanspraak maken op deze, vaak duurdere, dieetvoeding.

Kleding en schoeisel Verder houdt de algemene zorgplicht van de directeur onder andere in dat aan de ingeslotene de noodzakelijke kleding en schoeisel worden verstrekt. Wanneer een ingeslotene zelf niet over voldoende kleding beschikt (die aan de in redelijkheid daaraan te stellen eisen voldoet), dan wordt deze kleding van rijkswege verstrekt.

In het tweede lid van eerder genoemde artikelen is het recht op het dragen van eigen kleding en schoeisel vastgelegd, tenzij die een gevaar kunnen opleveren voor de orde of veiligheid van de inrichting. Vroeger waren de gevangenen verplicht uniforme inrichtingskleding te dragen. Het dragen van de inrichtingskleding hoorde bij de straf en de gevangenen waren duidelijk herkenbaar met het oog op de veiligheid.

Uniforme inrichtingskleding werd door de justitiabelen als stigmatiserend ervaren en gezien als inbreuk op hun eigen identiteit. Tegenwoordig heeft de ingeslotene dan ook het recht om zijn eigen kleding en schoeisel te dragen, tenzij die een gevaar opleveren voor de orde of de veiligheid in de inrichting.

  1. De Memorie van toelichting vermeldt dat daarbij bijvoorbeeld valt te denken aan schoeisel dat, wanneer daarmee wordt geschopt, ernstige verwondingen kan veroorzaken.
  2. Artikel 4.4 van de Regeling Model huisregels penitentiaire inrichtingen en artikel 6.2 van de Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen bepalen dat het recht op het dragen van eigen kleding vervalt wanneer deze kleding niet voldoet aan de in redelijkheid te stellen eisen.

Daarnaast geldt het recht op het dragen van eigen kleding niet binnen het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg. Arbeid, sport en wassen Tijdens de arbeid of sport kan een ingeslotene verplicht worden aangepaste kleding of schoeisel te dragen. De eigen kleding wordt in de inrichting gewassen.

Het wassen van de kleding vindt plaats op eigen risico en voor eigen kosten van de justitiabele. De directeur mag een algemene periodieke geldelijke heffing op de rekening-courant van de justitiabele in mindering brengen, omdat de omvang en frequentie van de was per justitiabele zeer kunnen verschillen.

Verder kunnen er in de huisregels regels worden gesteld omtrent het gebruik en onderhoud van de kleding (bijvoorbeeld het wassen) en schoeisel (dit laatste is overigens niet opgenomen in de Bvt). In sommige inrichtingen kunnen de justitiabelen tegen betaling zelf hun was doen door middel van de wasmachines op de afdeling.

In de Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen zijn de jeugdinrichtingen vrij gelaten om in de huisregels te bepalen welke regels er gelden voor het gebruik van onderhoud en schoeisel en hoeveel de jeugdige op zijn eigen kamer mag bewaren. Bij de verpleegden wordt er in de huisregels slechts iets aangegeven over de mogelijke verplichting tijdens het verrichten van werkzaamheden of sport aangepaste kleding of schoeisel te dragen.

Uiterlijke en lichamelijke hygiëne In het vierde lid van de artikelen genoemd onder ‘algemeen’, is de zorgplicht voor de directeur neergelegd om de ingeslotene onder andere in staat te stellen zijn uiterlijke en lichamelijke hygiëne naar behoren te verzorgen.

  • Deze zorgplicht houdt bijvoorbeeld onder meer in dat de directeur gratis waspoeder aan ingeslotenen ter beschikking moet stellen.
  • De Memorie van toelichting geeft aan dat de woorden ‘naar behoren’ erop duiden dat er redelijke grenzen zijn voor wat betreft de invulling van de zorgplicht.
  • Het is niet de bedoeling dat ingeslotenen dagelijks in de gelegenheid worden gesteld om uren aan de verzorging van het uiterlijk of de lichamelijke hygiëne te besteden.
See also:  Vanaf Welke Leeftijd Mag Een Baby Sinaasappel Solved?

In artikel 4.4 van de Regeling Model huisregels penitentiaire inrichtingen is bepaald dat een justitiabele minimaal twee keer per week mag douchen. Daarnaast wordt bepaald dat door de inrichting – indien gewenst – in elk geval worden verstrekt: shampoo, zeep, tandpasta, tandenborstel, kam, toiletpapier, scheergerei voor de mannelijke justitiabelen en maandverband voor de vrouwelijke justitiabelen.

  1. Verder kan de justitiabele een aanvraag indienen om de aan de inrichting verbonden kapper te bezoeken.
  2. Dit wordt éénmaal per 6 weken van rijkswege bekostigd.
  3. In artikel 6.3 van de Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen staat dat de huisregels bepalen wanneer de jeugdige mag douchen en hoe vaak hij naar de kapper mag gaan en welke regels gelden voor de kosten van de kapper.

In het Model huisregels justitiële Tbs-inrichtingen zijn geen nadere regels gesteld over het uiterlijk en de lichamelijke hygiëne. Aankoop gebruiksartikelen In lid 5 van de artikelen genoemd onder ‘algemeen’ is bepaald dat in de huisregels regels worden gesteld omtrent de aankoop door de ingeslotenen gebruiksartikelen die niet door de directeur ter beschikking worden gesteld.

Volwassen justitiabelen en vreemdelingen Op grond artikel 3.7 van de Regeling Model huisregels penitentiaire inrichtingen hebben justitiabelen, binnen door de directeur te stellen grenzen, recht op aankoop van artikelen die niet in het assortiment van de inrichting te verkrijgen zijn. Hierbij kan worden gedacht aan extra broodbeleg, roomboter en telefoonkaarten, waarbij het maximale aankoopbedrag € 100,- per week is.

Het exacte bedrag is afhankelijk van de hoogte van het arbeidsloon of de loon vervangende financiële tegemoetkoming per week. Daarnaast is uiteraard de voorwaarde dat er voldoende saldo op de rekening-courant staat. In sommige inrichtingen kunnen de justitiabelen zelf een bezoek brengen aan de winkel en in andere inrichtingen kunnen de justitiabelen wekelijks bestelformulieren invullen en worden de boodschappen in de cel bezorgd.

Artikelen die niet in de inrichtingswinkel te verkrijgen zijn, kunnen met toestemming van de directeur via de ‘buitenwinkel’ worden besteld. De inrichtingenwinkels van penitentiaire inrichtingen (PI’s) zijn per 1 juli 2017 zijn opgeheven. Gedetineerden kunnen nu hun boodschappen bestellen bij een aantal landelijke winkels.

Deze winkels dragen zorg voor de verkoop van etenswaren en voor het vervoer ervan naar de PI’s. De winkelregeling verloopt niet altijd soepel en leidt met enige regelmaat tot frustratie bij zowel gedetineerden als het inrichtingspersoneel. Uit vaste jurisprudentie van de RSJ volgt dat, ondanks het afschaffen van de inrichtingswinkels, de zorgplicht nog op de directeur rust.

  1. Over het niet goed uitvoeren van leveringen vanuit de landelijke winkel kan daarom geklaagd worden bij de beklagcommissie.
  2. Hoewel de landelijke winkel ook een eigen klachtenprocedure heeft, ontslaat dit de directeur niet van diens zorgplicht.
  3. Die klachtenprocedure is namelijk niet met waarborgen omkleed.

Jeugdigen In artikel 5.5 van de Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen is bepaald dat jeugdigen eenmaal per week in de winkel van de inrichting of via een winkelbestellijst van hun eigen geld dingen kunnen kopen, zoals snoepgoed, frisdrank, lectuur, postzegels, sigaretten of toiletartikelen.

  • Uiteraard kunnen alleen dingen gekocht worden die in de inrichting zijn toegestaan en waar ook toestemming voor is gegeven.
  • Verpleegden In het Model huisregels justitiële Tbs-inrichtingen zijn geen bepalingen opgenomen omtrent de aankopen in de inrichtingswinkel en het maximaal te besteden bedrag.
  • Om erachter te komen welke regels gelden, zal dus per inrichting in de lokale huisregels gekeken moeten worden.

Recreatief In maart 2019 hebben justitiabelen in Almelo hun eigen kledinglijn uitgebracht met handboeienlogo. De opbrengst van de kledingstukken van het merk ‘JailFashion’ gingen naar KWF Kankerbestrijding. Tien justitiabelen werkten dagelijks aan het maken van shirts, die online gekocht konden worden.

Op die manier konden de justitiabelen ook worden gecertificeerd als textieldrukker. – Het eerste lid van artikel 44 Pbw, artikel 49 Bjj en artikel 42 Bvt. Hoofdstuk 6.5.1, p.243, 244 van ‘Nederlands detentierecht’, Prof. mr.C. Kelk en prof. dr.M. Boone, Deventer 2015. Zie bijv. RSJ 26 mei 2017, 17/0561/GA, Het tweede lid van artikel 44 Pbw, artikel 49 Bjj en artikel 42 Bvt.

Hoofdstuk 6.5.3, p.245, 246 van ‘Nederlands detentierecht’, Prof. mr.C. Kelk en prof. dr.M. Boone, Deventer 2015. Het tweede lid van artikel 44 Pbw, artikel 49 Bjj en artikel 42 Bvt. Artikel 4.4. Van de Regeling Model huisregels penitentiaire inrichtingen. Zie bijv.

RSJ 29 januari 2018, RSJ 17/1912/GA, Artikel 6.2 van de Regeling model huisregels justitiële jeugdinrichtingen. Artikel 8.4 van het Model huisregels justitiële Tbs-inrichtingen. Het vierde lid van artikel 44 Pbw, artikel 49 Bjj en artikel 42 Bvt. BC 23 april 2001, 01/505/GA, Sa 2001, nr.37. Kamerstukken 24263 nr.3 (Memorie van Toelichting).

Zie bijv. RSJ 22 december 2014, 14/3099/GA, Het vijfde lid van artikel 44 Pbw, artikel 49 Bjj en artikel 42 Bvt. Hoofdstuk 6.5.2, p.244, 245 van ‘Nederlands detentierecht’, Prof.

Hoeveel uur is 1 dag gevangenisstraf?

Taakstraf en gevangenisstraf – Als de gestrafte zijn werkstraf niet (goed) doet, moet hij de gevangenis in. Op 2 uur niet-uitgevoerde taakstraf staat maximaal 1 dag gevangenisstraf.

Hoeveel uur werkt een gevangene?

Werken tijdens detentie – Arbeid is het belangrijkste onderdeel van het dagprogramma; gemiddeld werken gedetineerden zo’n twintig uur per week. Gedetineerden verdienen zo wat geld, doen werkervaring op en wennen aan een vaste dagindeling. Dit vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt en dus ook op een succesvolle re-integratie in de maatschappij.

Wie betaalt de kosten van een gevangene?

Gevangenen moeten 16 euro per dag betalen Gevangenen moeten 16 euro per dag gaan betalen voor hun verblijf in een inrichting. Dat staat in een wetsvoorstel van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven van Justitie. Dat kan aardig in de papieren lopen, want elke dag in de gevangenis telt mee.

  1. Een jaar zitten kost dus 5840 euro.
  2. Voor twee jaar cel ben je 11680 euro kwijt.
  3. Zodra de straf is opgelegd, is de dader voor zijn verblijf een eigen bijdrage verschuldigd en kan deze worden geïnd.
  4. Als de gevangene in financiële problemen terecht dreigt te komen, kan een betalingsregeling worden getroffen.

Uiteindelijk moet wel het hele bedrag worden betaald. Ook moeten veroordeelden een bijdrage gaan betalen voor het hele proces van strafvordering en voor de slachtofferzorg. Dat wordt een vast bedrag. De hoogte ervan wordt later nog door minister Opstelten vastgesteld. : Gevangenen moeten 16 euro per dag betalen

Hoe laat komen gevangenen vrij?

Voorwaardelijke invrijheidstelling – Gedetineerden met een celstraf kunnen onder voorwaarden eerder vrijkomen. Ze kunnen maximaal 2 jaar eerder vrijkomen dan de straf die ze hebben gekregen. De zogenoemde periode van voorwaardelijke invrijheidstelling bedraagt dus maximaal 2 jaar.

het gedrag van de gedetineerde tijdens detentie; de risico’s van vrijlating; de belangen van de slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen.

Voorwaardelijke invrijheidstelling bij straffen opgelegd voor 1 juli 2021 Voor gedetineerden met straffen die zijn opgelegd voor 1 juli 2021 gelden andere regels voor voorwaardelijke invrijheidsstelling (vi), Die gelden voor:

straffen die zijn opgelegd vóór 1 juli 2021; straffen waarvan een deel voor 1 juli 2021 is opgelegd, en een ander deel na die datum.

Hoe lang mag een gedetineerde bellen?

Hoe vaak mag je bellen? – Een gevangene mag minimaal eenmaal per week 10 minuten bellen met iemand buiten de gevangenis. Dit vindt plaats op initiatief van de gevangene. Bellen kan alleen op afspraak en conform de regels van de gevangenis. Bellen doet een gedetineerde met een speciale gevangenistelefoon.

Welke uitkering na detentie?

De WW-uitkering stopt op het moment dat u gedetineerd wordt en bijvoorbeeld in de gevangenis, in een huis van bewaring of in een tbs-kliniek zit. U ontvangt hierover een brief van ons. Als u binnen 6 maanden weer vrijkomt, dan kunt u uw WW-uitkering weer opnieuw aanvragen via uwv.nl.

Wat mag je meenemen voor gedetineerde?

Controle op wat je meeneemt – Iedereen en alles dat de gevangenis binnenkomt, wordt gecontroleerd. Dit noemen we een invoerregeling. Bezoekers van 14 jaar en ouder moeten een identiteitsbewijs laten zien, bijvoorbeeld een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs.

  • Alleen daarmee kun je bewijzen dat jij bent wie je bent.
  • Ook de bagage wordt doorgelicht op verboden spullen.
  • Als je iets voor de gevangene wilt meenemen, bijvoorbeeld extra sokken, moet hij dat weten.
  • Hij moet dat namelijk tevoren aanmelden.
  • Cadeautjes en spullen die niet eerst zijn aangemeld, mogen niet naar binnen.

Het controleren van mensen en meegebrachte spullen kost veel tijd. Daarom is het handig om ruim op tijd in de gevangenis te zijn. Tijdens het bezoek mag er niets aan elkaar worden overhandigd, dus alles moet van te voren zijn aangemeld. Eén doorzichtig flesje drinken en wat babyspullen als een bezoeker de baby meeneemt.

Wie betaalt de kosten van een gevangene?

Gevangenen moeten 16 euro per dag betalen Gevangenen moeten 16 euro per dag gaan betalen voor hun verblijf in een inrichting. Dat staat in een wetsvoorstel van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven van Justitie. Dat kan aardig in de papieren lopen, want elke dag in de gevangenis telt mee.

  • Een jaar zitten kost dus 5840 euro.
  • Voor twee jaar cel ben je 11680 euro kwijt.
  • Zodra de straf is opgelegd, is de dader voor zijn verblijf een eigen bijdrage verschuldigd en kan deze worden geïnd.
  • Als de gevangene in financiële problemen terecht dreigt te komen, kan een betalingsregeling worden getroffen.

Uiteindelijk moet wel het hele bedrag worden betaald. Ook moeten veroordeelden een bijdrage gaan betalen voor het hele proces van strafvordering en voor de slachtofferzorg. Dat wordt een vast bedrag. De hoogte ervan wordt later nog door minister Opstelten vastgesteld. : Gevangenen moeten 16 euro per dag betalen

Wat doet een gevangene overdag?

Wat doet een gevangene de hele dag? – Ze werken! Arbeid vormt een belangrijk onderdeel van het dagprogramma van gedetineerden. Gevangenen werken ongeveer 20 uur per week. Of gevangenen mogen werken is afhankelijk van hun achtergrond, delict en betrouwbaarheid.

  1. Veel gevangenissen hebben een in-house productiebedrijf, waarbinnen de gedetineerden werkzaam zijn.
  2. De werkzaamheden variëren van lopendebandwerk tot aan vakarbeid.
  3. Gevangenen mogen werken in de gevangenis omdat dit structuur aanbrengt in hun leven.
  4. Dit is waardevol met het oog op een mogelijk zelfstandig en arbeidzaam leven na hun vrijlating.

Ook kunnen gevangenen op deze manier wat geld verdienen.

Hoe lang mag een gevangene luchten?

Wettelijke basis De gedetineerde, ingeslotene, jeugdige en verpleegde (patiënt) hebben het recht om gedurende ten minste één uur per dag in de buitenlucht te verblijven. Dit wordt in de praktijk vaak ‘luchten’ genoemd. Het recht op luchten is voor gedetineerden en ingeslotenen vastgelegd in artikel 49, eerste lid, Penitentiaire beginselenwet (Pbw).

  1. Voor jeugdigen is dit recht neergelegd in artikel 53, derde lid, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) en voor patiënten in artikel 43, derde lid, Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt).
  2. Duur van het luchten In de wet is opgenomen dat recht bestaat op ten minste één uur verblijf in de buitenlucht.

Dit betekent dat het luchten minimaal een uur moet duren. De directeur mag dit uitbreiden naar meer uren per dag. De tijd die nodig is voor het uitsluiten en insluiten van de justitiabele mag niet worden afgetrokken van het uur. Een tekortkoming van enkele minuten, zodat het luchten bijvoorbeeld 55 minuten heeft geduurd, voldoet dus niet.

Plaats van het luchten Luchten betekent volgens de wet het verblijf in de buitenlucht. Het uitgangspunt voor zowel gedetineerden, ingeslotenen, jeugdigen en patiënten is dat er gemeenschappelijk wordt gelucht. Dit gebeurt doorgaans op een luchtplaats of buitenplaats. In sommige gevallen wordt er echter gelucht in een luchtkooi.

Dit is bijvoorbeeld het geval indien een justitiabele in een straf- of isoleercel verblijft op grond van een disciplinaire straf of ordemaatregel. Ook in die gevallen is er namelijk het recht op lucht dat de directeur niet naar eigen believen kan intrekken.

  • Het in deze gevallen luchten in een luchtkooi die aan de daaraan te stellen eisen voldoet, is niet in strijd met de wet.
  • Indien er te weinig personeel is waardoor de veiligheid op de reguliere luchtplaats niet gewaarborgd kan worden, mag er ook in incidentele gevallen worden gelucht in een luchtkooi.
See also:  Wat Is Het Verschil Tussen Frituurolie En Zonnebloemolie Best Solution?

Wel is in een zaak door de RSJ geoordeeld dat het zeven maanden lang moeten luchten in een luchtkooi vanwege opgelegde toezichtsmaatregelen en de gebouwelijke situatie van de inrichting, op gespannen voet komt te staan met het beginsel van minimale beperkingen van artikel 2, vierde lid, Pbw en het verbod op onmenselijke behandeling van artikel 3 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

  1. In dit geval is de directeur opgedragen om alternatieven te gaan zoeken.
  2. Daarnaast heeft de RSJ geoordeeld dat het verblijf in de buitenlucht niet per definitie recreatief hoeft te zijn.
  3. Indien een patiënt in de buitenlucht arbeid verricht op een boerderij en daarmee ten minste een uur per dag in de buitenlucht verblijft, is voldaan aan het recht op luchten.

Luchtkooi De Nederlandse wet stelt geen eisen, zoals bijvoorbeeld minimale afmetingen, aan een luchtkooi. Artikel 27.1 van de European Prison Rules (EPR) biedt wel een richtlijn. In dit artikel is vermeld dat het bij luchten moet gaan om ‘exercise in the open air’.

  • Hoewel de EPR slechts een richtlijn is, heeft de RSJ dit wel in haar uitspraken meegenomen.
  • Zo is geoordeeld dat onder ‘exercise in the open air’ het daadwerkelijk ervaren van de weersomstandigheden moet worden verstaan, waaronder niet alleen ‘zien’, maar met name ook ‘voelen’.
  • Volgens de RSJ voldoet een luchtkooi in ieder geval aan de daaraan te stellen eisen indien de weersgesteldheid kan worden gezien, gevoeld en ervaren.

Ook dient de luchtkooi minstens een oppervlakte van 10 vierkante meter te hebben. Het verblijf in een luchtkooi met een open bovenkant kan in beginsel als verblijf in de buitenlucht worden aangemerkt. Dit geldt ook voor een verblijf in een luchtruimte met een oppervlakte van circa 40 vierkante meter, waarvan de gehele bovenkant uit een raster bestaat, maar waardoor wel contact met de open lucht wordt ervaren en zicht is op de open lucht.

  1. Een luchtkooi van ongeveer 10 vierkante meter, met een gesloten plafond en twee uitsparingen in de buitenwand van 80 x 135 cm waarvoor tralies was geplaatst, kon volgens de RSJ niet worden aangemerkt als verblijf in de buitenlucht.
  2. Zeker nu er altijd elektrisch licht brandde en alleen door de uitsparingen daglicht en buitenlucht de luchtkooi in konden komen.

Afgekeurde luchtkooi Indien de RSJ een luchtkooi afkeurt in een beroepszaak, kent de wet geen bevoegdheid aan de beroepscommissie toe om een verbod tot (toekomstig) gebruik van de luchtkooi uit te vaardigen. Dit betekent dat de betreffende inrichting de afgekeurde luchtkooi in de praktijk kan blijven gebruiken.

Wordt de luchtkooi toch gebruikt zonder dat de omstandigheden zijn gewijzigd, dan is dit gebruik dus in strijd met de wet. Het luchten in een afgekeurde luchtkooi kan namelijk niet worden aangemerkt als een verblijf in de buitenlucht. Daarom dient er een financiële tegemoetkoming te worden toegekend indien er wel wordt gelucht in een afgekeurde luchtkooi.

De omstandigheid dat de directeur of de beroepscommissie enige financiële tegemoetkoming toekent, maakt het gebruik van de luchtkooi echter niet conform de wet. Beperkingen op het recht op luchten De RSJ heeft geoordeeld dat het recht op dagelijks verblijf in de buitenlucht in beginsel als een onvervreemdbaar fundamenteel recht is.

  1. Beperkingen op dit recht mogen alleen in zeer uitzonderlijke gevallen.
  2. Ook bij zeer ernstige calamiteiten moet de directeur extra inspanningen verrichten om een passende compensatie te kunnen bieden.
  3. Met extra inspanningen wordt bijvoorbeeld bedoeld extra personeelsinzet, beveiliging of mechanische hulpmiddelen.

Gerechtvaardigde beperkingen De RSJ heeft geoordeeld dat de aanslag in een tram in Utrecht op het 24Oktoberplein aan te merken viel als een zodanig uitzonderlijke situatie, dat het daardoor niet kunnen luchten een gerechtvaardigde inperking was. Deze uitzonderlijke situatie raakte alle gedetineerden in de inrichting als gevolg waarvan vrijwel de helft van alle gedetineerden niet heeft kunnen luchten.

  1. De RSJ oordeelde dat het in dat geval onredelijk zou zijn om van de directeur te verlangen dat hij een nieuw luchtmoment zou aanbieden.
  2. Ook de situatie waarin in een tbs-kliniek het pagersysteem was uitgevallen en de portofoons niet konden worden gebruikt om de haperende piepers te vervangen, werd door de RSJ gezien als een uitzonderlijke situatie.

De RSJ oordeelde dat hierdoor onvoldoende communicatiemiddelen beschikbaar waren voor het personeel om het luchten te begeleiden. Ook de omstandigheid van een opstand op de luchtplaats, waarbij ongeveer 60 gedetineerden betrokken waren en die vervolgens aanleiding gaf tot een lockdown, diende naar het oordeel van de RSJ aangemerkt te worden als uitzonderlijke situatie die een afwijking van het recht op luchten rechtvaardigde.

  1. Daarnaast kan het gedrag van een justitiabele aanleiding zijn om het recht op luchten te mogen beperken.
  2. Dat was het geval bij een patiënt die vanaf de ochtend ernstige dreigementen uitte en zich agressief opstelde.
  3. Meerdere keren was geprobeerd om het contact met de patiënt te herstellen maar dat was niet gelukt, waardoor het niet veilig was om de patiënt te laten luchten, ook niet met meermansbegeleiding en handboeien.

In het geval waarin een jeugdige zich tijdens het luchten heeft misdragen en daardoor een ordemaatregel opgelegd heeft gekregen, oordeelde de RSJ dat de directeur de jeugdige het restant van de luchttijd niet hoefde in te laten halen. Indien een gedetineerde naar de rechtbank moet en daardoor tijdens het luchten niet aanwezig is in de inrichting, levert dit geen schending op van het recht op luchten.

Het valt de directeur namelijk niet toe te rekenen dat de gedetineerde in dat geval niet heeft kunnen luchten. In een andere zaak van een patiënt oordeel de RSJ echter dat ook in het geval van een zitting bij de RSJ de zorgplicht bij de directeur blijft bestaan om het recht op luchten te effectueren.

Het komt er dan op neer welke inspanningen de directeur (nog) heeft kunnen doen, zoals het aanbieden van een luchtmoment de volgende dag. Onterechte beperkingen Een defect alarmsysteem daarentegen was niet aan te merken als een uitzonderlijke omstandigheid.

De directeur moet in zulke gevallen extra inspanningen verrichten om een passende tegemoetkoming aan te bieden. Dit betekent dat bij een reguliere alarmsituatie in een inrichting ook inspanningen moeten worden verricht om compensatie aan te bieden. Coronavirus en beperking van het luchten Het coronavirus heeft in sommige gevallen ook geleid tot een gerechtvaardigde beperking op het recht op luchten.

Zo oordeelde de RSJ in haar uitspraak van 25 juli 2022 bij een gedetineerde die in cellulaire quarantaine was geplaatst, dat sprake was van een dusdanige uitzonderlijke situatie dat het beperken van het luchtmoment naar 30 minuten gerechtvaardigd was.

Daarbij nam de RSJ in acht dat (mogelijk) besmette gedetineerden apart van de overige gedetineerden moesten luchten en de overige detineerden in kleine groepjes moesten luchten om de contactmomenten zoveel mogelijk te beperken, dat er wegens de anderhalve meter-regel slechts beperkt luchtplaatsen beschikbaar waren en dat de directeur compensatie heeft geboden door extra verzorgingsmomenten, snacks en het vertonen van extra films.

Ook in een zaak waarin een gedetineerde tijdens een quarantainemaatregel van 4 dagen beperkt is geweest in zijn recht op luchten wegens een besmetting met corona van een personeelslid op klagers unit, oordeelde de RSJ dat sprake was van een dusdanige uitzonderlijke omstandigheid.

  • In een zaak waarin een gedetineerde 14 dagen op afzondering zat in verband met het voorkomen van besmettingsgevaar met het coronavirus en gedurende deze ordemaatregel niet heeft kunnen luchten, oordeelde de RSJ echter dat de directeur geen inspanningen heeft verricht voor passende compensatie.
  • In de wet staat dat de directeur de gedetineerde ‘in de gelegenheid stelt’ om te luchten.

Dit betekent niet dat een gedetineerde zelf moet verzoeken om te luchten. De directeur dient hiertoe in beginsel het initiatief te nemen en de gedetineerde te vragen of hij wil luchten. In een zaak waarin een patiënt een spreekverbod opgelegd kreeg tijdens het luchten, oordeelde de RSJ dat het recht op luchten ook het recht inhoudt om te kunnen spreken met medepatiënten en dat in dit geval geen noodzaak bestond om dit recht te beperken.

  • Tegemoetkoming Wanneer een gedetineerde niet heeft kunnen luchten, dient de directeur extra inspanningen te verrichten om een passende tegemoetkoming aan te bieden.
  • Het aanbieden van luchten tijdens een recreatiemoment zodat dit ten koste daarvan gaat, valt niet aan te merken als een passende tegemoetkoming.

Hetzelfde geldt voor het aanbieden van een recreatiemoment waaraan de gedetineerde sowieso al zou deelnemen. De tegemoetkoming dient in beginsel een daadwerkelijk uur verblijf in de buitenlucht te zijn of een andere passende tegemoetkoming die niet ten koste gaat van waar een justitiabele al recht op heeft.

De voorkeur is om te compenseren in natura, wanneer dit niet mogelijk is kan een geldelijke tegemoetkoming worden toegekend. Een geldelijke tegemoetkoming voor één gemist luchtmoment is met ingang van de nieuwe standaardbedragen tegemoetkomingen van de RSJ per 1 augustus 2021 €12,50. Afwijking daarvan is mogelijk als daartoe aanleiding is, zie voor meer informatie het dossier Tegemoetkoming,

RSJ 10 september 2003, 03/1204/GA RSJ 5 november 2014, 14/4066/SGA RSJ 23 februari 2018, 17/2611/JA RSJ 7 december 2015, 15/2880/GA RSJ 12 januari 2015, 14/3467/TA en 14/3910/TA RSJ 7 februari 2017, 16/3079/TA RSJ 1 augustus 2014, 14/0944/TA RSJ 26 maart 2010, 10/0020/TA RSJ 2 februari 2012, 11/1836/TA RSJ 6 juni 2007, 06/3258/GA RSJ 4 februari 2013, 12/3185/GA RSJ 12 december 2011, 11/2352/GA en RSJ 21 november 2011, 11/1440/GA Bijvoorbeeld RSJ 15 juli 2020, R-19/4066/GA RSJ 7 november 2012, 12/1753/TA en 12/1762/TA RSJ 18 september 2019, R-19/3658/GA RSJ 7 november 2012, 12/1753/TA en 12/1762/TA RSJ 21 september 2020, R-20/5697/GA RSJ 12 oktober 2017, 17/1633/TA RSJ 5 augustus 2003, 03/0859/JA RSJ 8 januari 2016, 15/2966/GA RSJ 23 december 2015, 15/2433/TA en 15/2523/TA RSJ 15 juli 2020, R-19/4066/GA en RSJ 20 oktober 2020, R-19/4316/GA RSJ 25 juli 2022, 21/21622/GA RSJ 31 augustus 2021, 21/21481/TA RSJ 8 juli 2021, R-20/7688/GA Artikel 49, derde lid, Pbw RSJ 16 januari 2020, R-19/4499/GA RSJ 7 februari 2018, 17/3117/TA RSJ 15 juli 2020, R-19/4066/GA en RSJ 20 oktober 2020, R-19/4316/GA RSJ Standaardbedragen Tegemoetkomingen

Kan een gevangene Anoniem bellen?

Kan een gevangene Anoniem bellen? – Gedetineerden kunnen nu nog met anonieme belkaarten bellen vanuit hun detentie. Hoewel praktisch alle gesprekken worden opgenomen, bestaat de mogelijkheid om op deze manier vanuit de cel criminele handelingen voor te bereiden of te laten plegen.