Wat Zijn Leukocyten?
Witte bloedcellen worden leukocyten genoemd en zijn belangrijk voor het immuunsysteem. Ze beschermen het lichaam tegen schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten. Ook helpen witte bloedcellen mee met het opruimen van afgestorven cellen.
Wat als leukocyten te hoog zijn?
Leukocyten | Saltro De leukocyten (witte bloedcellen) zijn de afweercellen van het bloed. Zij helpen infecties te bestrijden. We hebben verschillende typen witte bloedcellen, ieder met hun eigen functie. De witte bloedcellen worden in het beenmerg gemaakt.
We meten de hoeveelheid witte bloedcellen in uw bloed. Uw huisarts zal dit vooral aanvragen voor u, wanneer hij/zij een infectie vermoedt. Ook bij een bloedonderzoek naar algemene klachten worden de witte bloedcellen onderzocht. Het aantal witte bloedcellen wordt geteld. Het getal geeft aan hoeveel witte bloedcellen er in een kleine hoeveelheid bloed aanwezig zijn.
De waarde ligt meestal tussen 4 en 10. Een lagere uitslag wijst op een verminderde aanmaak of een verhoogde afbraak van witte bloedcellen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij medicijngebruik en na een infectie. Een hogere uitslag wijst meestal op een infectie, maar komt ook voor bij auto-immuunziekten of een ziekte van het beenmerg.
Wat is de normale waarde van leukocyten?
Normaalwaarden
test | waarde |
---|---|
Leukocyten | 4 – 10 |
Lymfocyten | 1,0 – 4,0 |
Monocyten | 0,2 – 0,8 |
Neutrofielen | 1,5 – 9,0 |
Wat als de witte bloedcellen te laag zijn?
Leukopenie is een tekort aan witte bloedlichaampjes (leukocyten) in uw bloed. Deze witte bloedlichaampjes zorgen voor afweer tegen infecties. Als u hier een tekort aan heeft, dan bent u vatbaarder voor infecties.
Wat betekent het als je leukocyten in je urine hebt?
Algemene informatie – Referentiewaarden M/V <20 Doorbelgrens Huisarts N.v.t. Doorbelgrens Specialist N.v.t. Interpretatie Is een onderdeel van de urinescreening infectie en urinescreening pathologie Het aantal leucocyten in urine kan worden gebruikt als parameter om een urineweginfectie wel of niet aannemelijk te maken. Echter bacterien in urine zijn een betere voorspeller dan leukocyten in urine. Overeenkomst met leukocyten urinestrip + : > 25/ul ++ : > 75/ul +++ : > 500/ul
Wat zegt leukocyten in bloed?
Witte bloedcellen worden leukocyten genoemd en zijn belangrijk voor het immuunsysteem. Ze beschermen het lichaam tegen schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten. Ook helpen witte bloedcellen mee met het opruimen van afgestorven cellen.
Kan je met bloedprikken zien of je leukemie hebt?
Bloedonderzoek naar leukemie – Bij het bloedonderzoek telt de arts de aantallen van de verschillende soorten bloedcellen. Ook bekijkt hij of zij je bloedcellen onder de microscoop. Als je leukemie hebt, zitten er meestal ook leukemiecellen in het bloed.
Hoe hoog mag lymfocyten zijn?
Wat als lymfocytenwaarde laag is? – Een gezonde lymfocytenwaarde ligt tussen de 1 en 4 miljard lymfocyten per liter bloed. Dit noemen ze ook wel de lymfocyten normaalwaarde. Als je onder de normaalwaarde zit, is je lymfocytenwaarde verlaagd en dit heet ook wel lymfopenie.
Welke bloedwaarden wijken af bij leukemie?
3. Bloedarmoede – Vermoeidheid is een van de belangrijkste bijwerkingen van de behandelingen van kanker, maar kan ook het gevolg zijn van bloedarmoede. Dat is een daling van het hemoglobinegehalte in het bloed. Hemoglobine is de kleurstof in de rode bloedcellen die de zuurstof en het koolstofdioxide door je lichaam vervoeren.
- De daling ervan wordt veroorzaakt door een vermindering van het aantal rode bloedcellen.
- De normale hemoglobinewaarden verschillen naargelang de leeftijd en het geslacht.
- Doorgaans is er sprake van bloedarmoede als het hemoglobinegehalte lager is dan 13 g/dl bij mannen en lager dan 12 g/dl bij vrouwen.
De symptomen van bloedarmoede zijn vermoeidheid, een bleke kleur en slijmen, ademnood, een snellere pols, duizeligheid enz. ©Vivio : Bloedafname
Welk orgaan maakt witte bloedcellen aan?
Witte bloedcellen – Het beenmerg maakt verschillende soorten witte bloedcellen (leukocyten) aan, die actief zijn in je afweersysteem. Dit zijn de lymfocyten (B-lymfocyten, T-lymfocyten, natural-killer cellen), monocyten (macrofagen, dendritische cellen en mestcellen) en granulocyten (neutrofielen, eosinofielen, basofielen).
Monocyten en granulocyten rijpen (groeien) in het rode beenmerg, maar de lymfocyten rijpen in de lymfoïde organen: de milt, de lymfeknopen en de thymus (zwezerik). Sommige witte bloedcellen stromen vrij door de bloedbaan, anderen kleven tegen de bloedwand of dringen door in lichaamsweefsels. Ze moeten het lichaam beschermen tegen lichaamsvreemde stoffen (ziekteverwekkers), zoals bijvoorbeeld bacteriën, virussen en schimmels.
Wanneer witte bloedcellen de plaats van een infectie bereiken, geven ze stoffen (bijvoorbeeld complementeiwitten, cytokinen) af, die nog meer witte bloedcellen aantrekken. De witte bloedcellen (leukocyten) functioneren zo als een leger, dat het lichaam beschermt tegen lichaamsvreemde stoffen.
Hoe kan ik mijn lymfocyten verhogen?
Supplementen bij een virusinfectie – Wanneer we ziek worden, is dit vaak het gevolg van een virus dat erin is geslaagd de slijmvliesbarrière in neus- of keelholte te doorbreken en de aangeboren afweer te omzeilen. Om ervoor te zorgen dat de virusinfectie zo kort en mild mogelijk verloopt, is voldoende inname van verschillende vitaminen, mineralen en voedingsstoffen van belang.
Vitamine C, vitamine D (zie hierboven) en het mineraal zink zijn heel belangrijk om infecties te bestrijden en het immuunsysteem te ondersteunen. Vitamine C stimuleert de aanmaak van lymfocyten en helpt het immuunsysteem bij de herkenning van pathogenen. De mens kan zelf geen vitamine C aanmaken en is dus afhankelijk van voeding en suppletie voor de inname ervan.
De RI (referentie-inname) is 80 mg per dag, maar dit is slechts voldoende onder optimale omstandigheden. Tijdens een infectie stijgt de vitamine C-behoefte en kan beter meer (3 tot 4 gram per dag) worden ingenomen. Zink heeft een positieve invloed op het immuunsysteem door de productie, groei en rijping van T-lymfocyten te ondersteunen en te helpen bij de aanmaak van signaalstoffen.
Daarnaast heeft zink een antivirale werking: het remt de vermeerdering van virusdeeltjes in het lichaam. De hoeveelheid zink in een kwalitatief goede multivitamine is doorgaans voldoende als onderhoudsdosering, maar bij een virusinfectie kan de dosering desgewenst tijdelijk worden verhoogd tot 45 mg per dag.
Quercetine en resveratrol zijn fytonutriënten (werkzame stoffen uit planten) met weerstandsbevorderende en ontstekingsremmende eigenschappen. Ze verminderen de aanmaak van ontstekingsbevorderende stoffen door het lichaam en verhogen de productie van ontstekingsremmende stoffen.
- Quercetine en resveratrol dragen zo bij aan balans in de afweerreactie waardoor het immuunsysteem niet door kan schieten in een te heftige reactie.
- Quercetine remt de activiteit en vermeerdering van virusdeeltjes in het lichaam en beschermt tegen infectie met griep- en verkoudheidsvirussen.
- Bovendien bevordert quercetine de opname van zink in lichaamscellen waar het zijn antivirale werking uitoefent.
Resveratrol remt, net als quercetine, de vermeerdering van virusdeeltjes van een groot aantal virussen waaronder griep- en verkoudheidsvirussen en het coronavirus. Andere kruiden die een gunstige werking hebben op het immuunsysteem zijn berberine en curcumine,
Welke waardes duiden op blaasontsteking?
pH waarde – Normale pH van ochtendurine is licht zuur tot neutraal. De urine is na een maaltijd vaak basisch, dit komt door een grotere productie van maagsap na de maaltijd. Een zuurdere urine (pH <5) wijst op diarree of diabetes mellitus. Bij diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, kan bij een tekort aan glucose vetzuurverbranding ontstaan wat de urine zuur maakt. Bij een basische ochtendurine, een pH hoger dan 7, kan er sprake zijn van een urineweginfectie. De aanwezigheid van bacteriën in de urine maakt deze basisch.
Wat is leukocyten blaasontsteking?
Urineweginfectie – Een urineweginfectie kan tot hematurie leiden. In dat geval worden in de urine ook ettercellen (witte bloedcellen) aangetroffen. Bij een eenvoudige (lage) urineweginfectie zijn er vaak klachten van frequent en pijnlijk plassen, Gaat het om een opstijgende (hoge) urineweginfectie dan treedt ook koorts op.
- De diagnose wordt gesteld door in een urinestaal het aantal rode en witte bloedcellen na te kijken en de verantwoordelijke bacterie te identificeren.
- Als de patiënt koorts heeft, is ook beeldvorming nodig: meestal een echografie van de nieren en eventueel een cystografie na de infectie.
- De behandeling van een lage urineweginfectie bestaat uit urinaire ontsmettingsmiddelen of antibiotica,
Om infecties te voorkomen geldt een aantal algemene maatregelen: genoeg drinken, constipatie vermijden enz. Doen infecties zich frequent voor, dan zijn aanvullende onderzoeken nodig om een eventuele onderliggende oorzaak na te gaan. Bij een hoge urineweginfectie is altijd bijkomend onderzoek nodig.
Wat zijn normale urine uitslagen?
pH – Normale pH van ochtendurine is 5-7, licht zuur tot neutraal. De urine is na een maaltijd vaak basisch, rond een pH van 8, dit komt door een grotere productie van maagsap na de maaltijd. Een zuurdere urine (pH <5) wijst op diarree of diabetes mellitus. Bij diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, kan bij een tekort aan glucose vetzuurverbranding ontstaan wat de urine zuur maakt. Bij een basische ochtendurine, een pH hoger dan 7, kan er sprake zijn van een urineweginfectie. De aanwezigheid van bacteriën in de urine maakt deze basisch.
Hoe snel stijgen leukocyten?
Hoe vaak komt het voor? – Een stijging van de concentratie witte bloedcellen in het bloed komt heel vaak voor. De meeste mensen maken dit een aantal keer per jaar door. De kans op een ernstige oorzaak zoals een bloedkanker is klein.
Wat zijn afwijkende bloedwaarden?
Nadat het bloed is afgenomen, worden de buisjes met bloed in een laboratorium onderzocht en vergeleken met een aantal standaard bloedwaarden. Dit houdt in dat er gekeken wordt of bestanddelen in je bloed binnen vastgestelde grenzen vallen. Als dit niet zo is, dan spreek je van afwijkende bloedwaarden.
Waarom zweten bij leukemie?
Door een woekering van deze lymfocyten ontstaat er een ophoping van niet goed werkende cellen in het lichaam, wat klachten kan geven. Deze klachten kunnen bestaan uit vermoeidheid, nachtzweten, koorts, opgezette lymfeklieren en bloeduitstortingen.
Kan je zomaar leukemie krijgen?
Wat zijn risicofactoren voor acute leukemie? – Waarom iemand acute leukemie krijgt, is vaak niet te zeggen. De oorzaak zijn meerdere fouten (mutaties) in het DNA van de stamcellen in het beenmerg. Deze mutaties ontstaan spontaan. Wel neemt de kans op deze mutaties toe door bestraling of blootstelling aan bepaalde chemische stoffen. Acute leukemie is niet besmettelijk en ook niet erfelijk.
Wat is goedaardige leukemie?
Goedaardige bloedziekten – Goedaardige bloedziekten kunnen erfelijk zijn, bij de geboorte al aanwezig zijn of pas op latere leeftijd ontstaan. Ze kunnen worden ingedeeld in aandoeningen die maken hebben met: Een tekort aan goed functionerende rode bloedcellen of hemoglobine.
- Bij deze aandoeningen kan er sprake zijn van een gebrekkige aanmaak van rode bloedcellen ( aplastische anemie ) of een verhoogde afbraak van rode bloedcellen.
- Tot de erfelijke aandoeningen behoort bijvoorbeeld Sikkelcelanemie en Thalassemie,
- Een tekort aan goed functionerende bloedplaatjes of stollingsfactoren.
Erfelijke stoornissen in de bloedstolling zijn onder andere Hemofilie en de Ziekte von Willebrand. Deze ziektebeelden worden behandeld in het UMCG (Universitair Medisch Centrum Groningen). Verworven stoornissen in de bloedstolling zijn:
ITP, een auto- immuunziekte waarbij het lichaam antistoffen aanmaakt tegen de eigen bloedplaatjes. TTP, een auto- immuun ziekte waarbij het lichaam antistoffen aanmaakt tegen een bepaald anti-stollingsenzym.
Erfelijke of verworven stoornissen waarbij stolsels in het bloed ontstaan zijn trombose en embolie.
Hoe hoog mag lymfocyten zijn?
Wat zegt je bloedbeeld over je weerstand? Zijn mijn verhoogd, is mijn hb te laag, heb ik te weinig bloedplaatjes? Al deze vragen worden beantwoord door laboratoriumonderzoek naar het “”. Veel mensen denken dat een bloedbeeld een compleet inzicht geeft, maar het bloedbeeld is slechts een klein en goedkoop bloedonderzoekje.
Er zijn nog honderden andere parameters die bepaald kunnen worden, maar het bloedbeeld biedt al veel informatie. Wil je weten welke? Lees dan verder Het bloedonderzoek “compleet bloedbeeld” wordt het meeste uitgevoerd van alle onderzoeken die mogelijk zijn, omdat het een goed uitgangspunt is om uit te zoeken wat er verder aan de hand is en richting te geven aan eventueel verder onderzoek.
Het bloedbeeld is onderdeel van de meeste check-ups. Een bloedbeeld moet in samenhang gezien worden. Als een van de onderdelen van het bloedbeeld wat afwijkt dan hoeft dat nog niets te betekenen. Bij een extreem lage of hoge uitslag waarvoor direct medisch handelen wenselijk is wordt je, voordat je de uitslag ontvangt altijd eerst gebeld.
- Afwijkende waarden worden aangegeven met voor het resultaat een pijltje omhoog ↑ voor een hoge waarde en/of een pijltje omlaag ↓ voor een lage waarde.
- Een bloedonderzoek blijft een moment opname, soms is het verstandig om de testen, die voor verbetering vatbaar zijn, na een maand te herhalen.
- Bloedwaardentest kent het compleet bloedbeeld en een groot bloedbeeld.
Bij het groot bloedbeeld wordt ook de leukocytendifferentiatie meegenomen. Je komt bij verschillende laboratoria diverse benamingen tegen zoals volledig bloedbeeld, bloeduitstrijkje, complete blood count (CBC), algemeen bloedbeeld, uitgebreid bloedbeeld of bloedtelling.
Hoe wordt het bloed verkregen? Het bloed wordt afgenomen in de vaten, door een zogenaamde venapunctie. Hiervoor gebruikt men vacuümbuizen die een nauwkeurig bepaald vacuüm hebben. Daardoor kan een vastgesteld volume bloed opgezogen worden, zodat een juiste verhouding tussen bloed en antistollingsmiddel ontstaat.
Het is gebruikelijk dat men de punctieplaats, meestal de elleboogplooi, desinfecteert. Daarna wordt een stuwband om de bovenarm aangetrokken waardoor de aders zichtbaar opzwellen. Vervolgens wordt de naald door de huid en de vaatwand heen gestoken, de buis onder de naald geplaatst en de stuwband weer losgemaakt.
- Wanneer de buis vol is, kan een tweede buis worden gevuld.
- De stuwband bij venapunctie dient ervoor om gemakkelijk een vat te kunnen aanprikken.
- Laat men de stuwband tijdens de bloedafname zitten, waarbij men de druk in de vaten kunstmatig hoog blijft, dan treden ongewenste veranderingen op in de samenstelling van het te analyseren bloed.
Bloedafname methoden. Onderscheid bloedafname:
- Veneus bloed uit de ader
- Capillair bloed uit de haarvaten
Het hangt af van het soort onderzoek hoeveel en welk soort bloed moet worden afgenomen. Bloedwaardentest werkt met intraveneuze bloedafname voor het bloedbeeld. De levend bloed analyse wordt bijvoorbeeld met capillair bloed, (ook wel vingerprik), gedaan.
- We gebruiken voor de venapunctie vacuümbuizen die een nauwkeurig bepaald vacuüm hebben.
- Daardoor kan een vastgesteld volume bloed opgezogen worden, zodat een juiste verhouding tussen bloed en antistollingsmiddel ontstaat.
- Waardoor kan de uitslag afwijken?
- Langdurig zoeken naar aders.
- Stuwen bij vullen van bloedbuis. Lang stuwen geeft concentratieverhoging.
- Te ruw schudden om het bloed met het antistollingsmiddel te mengen.
- Te lang onderweg tot centrifugeren, maar transport heeft weinig tot geen effect op hemolyse.
- Referentiewaarden zijn afhankelijk van leeftijd, geslacht en zwangerschap.
- Voor het bloedbeeld is het niet van belang of je nuchter bent, maar voor bijvoorbeeld glucose (suiker) wel.
- Geneesmiddelen kunnen sommige uitslag beïnvloeden.
- Hoe gaat het onderzoek in z’n werk?
- Het bloedbeeld wordt bepaald uit een EDTA buis en wordt op een machine in het lab automatisch geanalyseerd.
- Deze bloedanalyse vind plaats op de afdeling hematologie van het laboratorium.
Bij een compleet bloedonderzoek worden in het bloedmonster gemiddelde grootte, vorm en aantal gemeten van de rode bloedcellen (erythrocyten) en de witte bloedcellen (leukocyten) en het aantal bloedplaatjes (thrombocyten) wordt geteld. De gemeten waarden worden vergeleken met normaalwaarden.
Dit bloedonderzoek gebeurt in een geautomatiseerde meetopstelling. Als er afwijkingen worden gevonden, zal het bloed verder worden onderzocht onder de microscoop. Vroeger werd het bloedbeeld bekeken door het uit te strijken op een glaasje en dit dunne filmpje bloed te bekijken onder de microscoop. Omdat deze methode nogal arbeidsintensief is en variatie in de beoordeling met zich meebrengt, zijn apparaten ontwikkeld die cellen kunnen classificeren en tellen op basis van hun grootte en structuur.
De leukocytendifferentiatie, of ” het diffje”, is een eenvoudig bloedonderzoek dat informatie geeft over welke witte bloedcellen actief zijn. Samen met de leukocytentelling van het bloedbeeld geeft het onderzoek globale informatie over of en hoelang de patiënt ziek is en wat voor soort ziekte hij zou kunnen hebben.
- witte bloedcel = leucocyt
- rode bloedcel = erythrocyt
- bloedplaatjes = thrombocyt
- Leucocyten zijn de witte bloedlichaampjes
Witte bloedcellen (leukocyten) beschermen het lichaam tegen infecties. In het bloedbeeldonderzoek wordt het aantal en soorten witte bloedcellen gemeten. Er zijn vijf verschillende soorten (neutrofielen, lymfocyten, monocyten, eosinofielen en basofielen) die elk een eigen functie hebben.
Bij een infectie kan het percentage neutrofielen bijvoorbeeld verhoogd zijn, bij een allergie het percentage eosinofielen en bij leukemie (bloedkanker) kan het percentage lymfocyten sterk zijn toegenomen. Is het erg als je leucocyten zijn verhoogd? Nee hoor, je leucocyten zijn de soldaatjes van je lichaam en moeten juist aan de slag als er iets op te ruimen is, zoals een infectie.
Als je een infectie hebt zie je eerst het aantal witte bloedlichaampjes dalen en daarna worden ze bijgemaakt voor de aanval en wordt het aantal juist hoger. Gestorven witte bloedlichaampjes herkennen wij als etter of pus. Zij zijn omgekomen bij de strijd, maar hebben wel je leven gered.
- Kleurvrije cellen met een kern
- Zorgen voor de immuumafweer en beschermen tegen ziekteverwekkers zoals virussen, bacteriën en schimmels, antilichamen en ruimen beschadigde eigen cellen op.
De Leukodiff geeft informatie over de toestand van het immuumsysteem van het lichaam. De witte bloedlichaampjes bestaan voor:
- 50-70% uit Granulocyten (ook bekend als neutrofielen of neutrofiele granulocyten)
- 25-40% uit Lymfocyten
- 1-5% uit Eosinofiele granulocyten
- 0-3% uit Basofiele granulocyten
- 2-8% uit Monocyten
Oorzaken van verhoogde leukocyten zijn:
- Auto-immuunziekten, bijv. allergieën
- Bacteriële of schimmelinfecties
- Infarcten
- Leukemie
- Stofwisselingsstoringen, (o.a. schildklierziekten)
- Stress veroorzaakt door ontstekingen
- Verwijderde milt
- Vergiftiging of teveel toxische stoffen
- Worm of parasietinfecties
Lymfocytose is de naam voor sterk verhoogde witte bloedlichaampjes, deze komt voor bij: virale infecties, toxoplasmose, tyfus abdominalis, brucellose, neoplastische ziekten, acute of chronische lymfatische leukemie. Oorzaken van verlaagde leukocyten:
- Beginnende virale, bacteriële, gist-of parasietinfectie
- Milt versterkt actief
- Bestraling bij tumoren (mogen dan niet onder 3,0 per nanoliter zakken)
- Medicijngebruik
- Verstoorde darmflora
- B12-gebrek
Lymfocytopenie is de naam voor het te kort aan witte bloedcellen, dit komt voor bij een verzwakt immuumsysteem, HIV-infectie, chemotherapie, straling, Lupes (SLE) erythematosus, tuberculose, uremie (nierfalen), Ziekte van Cushing, behandeling met steroïden, darmonstekingsziekten.
- Leucocyten- niet wetenschappelijke interpretatie:
- Verhoogde leukocyten
- Versterkte weerstand
- Communicatief problematisch
- Agressie en woede
- Galstoring, verteringsstoring, problemen met spijsvertering vanuit dunne darm
- Auto-immuunziekten, bijv.
- Verhouding IJzer-koper uit balans
- Verlaagde leukocyten
- Staat open voor invloeden van buitenaf
- Geen grenzen kunnen stellen
- Niet standvastig en weinig doorzettingsvermogen
- Erytrocyten zijn de rode bloedcellen
Rode bloedcellen (erythrocyten) bevatten het zuurstoftransporterende eiwit hemoglobine. Als er onvoldoende rode bloedcellen aanwezig zijn, kan dat wijzen op bloedarmoede. Als er teveel zijn, is er sprake van polycytemie. Dat komt echter maar zelden voor.
Een abnormale toename van het aantal rode bloedcellen wordt ook gezien bij forse rokers, want door de chronische koolmonoxidevergiftiging denkt het lichaam te weinig zuurstof binnen te krijgen en maakt daarom extra rode bloedcellen aan. Normaal hebben rode bloedcellen bijna allemaal dezelfde grootte en vorm, afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een gebrek aan vitamine-B12, foliumzuur of ijzer.
Ook de hoeveelheid hemoglobine wordt bepaald en aan de hand daarvan kan worden beoordeeld of er voldoende zuurstof door het lichaam wordt verspreid. De hematocriet meting geeft informatie over het volume dat rode bloedcellen innemen in het bloed. Rode bloedcellen vormen het grootste aandeel bloedcellen.
- Ze worden aangemaakt in het beenmerg.
- Voor het aanmaken van rode bloedcellen zijn de nieren nodig.
- Doordat de nieren het hormoon EPO (erythropoëtine) aanmaken, maakt het beenmerg nieuwe rode bloedcellen aan, hierdoor wordt het bloedgehalte op pijl gehouden.
- Nieren kunnen de aanmaak van EPO dus belemmeren.
Voor de aanmaak van rode bloedcellen is ijzer, vitamine B12 en foliumzuur nodig. Na ongeveer 120 dagen worden de rode bloedcellen afgebroken door de milt. Rode bloedcellen bestaan ongeveer voor 1/3 uit de rode kleurstof hemoglobine. Ze transporteren het zuurstof van je longen naar het weefsel.
- Je merkt er niet veel van als de rode bloedcellen te hoog zijn.
- Het is een reactie van het lichaam om een zuurstofgebrek te compenseren.
Oorzaken:
- Abnormale productie van bloedlichaampjes.
- Zuurstofgebrek door verblijf in hooggebergte.
- Roken (hemoglobine wordt door het in tabaksrook aanwezige CO2 bezet).
- Zware hartproblemen (chronisch zuurstofgebrek met als compenserend gevolg een versterkte aanmaak van erythrocyten).
- Tumoren (vaak bij nier-en levercarcinomen).
- Nierziekten.
- Stofwisselingsziekten; bijv. Syndroom van Cushing (chronisch verhoogd ).
- Hormoontherapieën of toediening van prestatiebevorderende middelen ( Testosteron, EPO, ).
- Erytrocyten -niet wetenschappelijke informatie
- Verlaagde rode bloedcellen:
- Weinig energie (anergisch), Chi-verlies
- Mentale/cognitieve beperkingen
- Beperkt doorzettingsvermogen
- niet blij
- MCV zegt iets over de grootte van de rode bloedcellen
MCV (Mean Corpuscular Volume) is de Engelse term voor de gemiddelde grootte van rode bloedcellen. Een te hoge MCV-waarde komt voor bij bloedarmoede ten gevolge van een vitamine-B12 gebrek. Een te lage MCV-waarde komt voor bij bloedarmoede ten gevolge van een ijzergebrek. Het wordt berekend door alle bloedcellen te delen door het aantal rode bloedcellen. Hoge MCV-waarde komt voor bij:
- Vitamine B12-en foliumzuurgebrek
- Trage schildklier
- Leverziekten
- Beperkte celdeling en vernieuwing
Lage MCV-waarde komt voor bij:
- IJzer en/of kopergebrek
- Vitamine gebrek
- MCV -niet wetenschappelijke betekenis
- Verlaagd MCV
- Leeft niet vanuit je authentieke zelf
- je maakt jezelf “klein”
- Je gebruikt niet je volledige potentie
- je bent Verslavings-en depressiegevoelig
- Weinig energie (-en kopergebrek)
- Ook bij patiënten met thalassemie (erfelijke afwijking van het hemoglobine eiwit in de rode bloedcellen) is de MCV te laag.
- MCH zegt iets over hoeveel zuurstof vervoerd kan worden door de rode bloedcellen
- MCH (Mean Corpuscular Hemoglobin) is de Engelse term voor de berekening van de hoeveelheid zuurstof vervoerend hemoglobine in de rode bloedcellen.
- MCH is het gemiddelde cellulaire hemoglobinegehalte.
- Een Hoge MCH-waarde komt voor bij:
- Vitamine B12-en foliumzuurgebrek
- Een Hoge MCH waarde is altijd het gevolg van een gebrek ergens aan.
Lage MCH-waarde komt voor bij:
- IJzer en/of kopergebrek
- Vitamine B6-gebrek
- een gebrek ergens aan
- MCH -Niet wetenschappelijke betekenis
- Verlaagd en verhoogd MCH
- Gebrek aan levensvreugde
- Niet kunnen of willen genieten
- Leeft niet vanuit zijn harmonische midden
- MCHC: hoeveel Hb zit er in je rode bloedcellen?
- Mean Corpuscular Hemoglobin Concentration is de Engelse term voor de berekening van de hemoglobine concentratie in de rode bloedcellen.
- MCHC-gemiddelde cellulaire hemoglobineconcentratie
- Differentiaaldiagnostiek interessant bij zware vormen van anemie
Let op zo’n berekening mag je nooit losstaand interpreteren, het moet altijd als onderdeel van het gehele bloedbeeld gezien worden. De uitslag is optimaal als het EDTA bloed binnen 24 uur het lab bereikt heeft onder kamertemperatuur. Kleine afwijkingen kunnen altijd voorkomen zonder betekenis.
- MCHC normaal: bij vele vormen van bloedarmoede is de MCHC toch normaal.
- MCHC verlaagd: mogelijk bloedarmoede dooreen tekort aan ijzer of b12.
- MCHC verhoogd: koude-agglutininen: een vorm hemolytische bloedarmoede veroorzaakt door auto- of sferocytose:
Congenitale sferocytose is een erfelijke vorm van bloedarmoede. De oorzaak is een verandering in het DNA, ons erfelijk materiaal. Hierdoor is de vorm van rode bloedcellen anders. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door het lichaam. Door de andere vorm, breekt het lichaam bij iemand met congenitale sferocystose rode bloedcellen te snel af.
Dit doet de milt. De milt is een orgaan dat bepaalt welke rode bloedcellen nog goed werken en welke niet. De milt ligt achter de maag. De kenmerken van congenitale sferocytose verschillen per persoon. Sommige mensen merken er niets van. Omdat bij congenitale sferocytose het lichaam te veel rode bloedcellen afbreekt kun je bloedarmoede krijgen.
Daardoor kan iemand onder andere bleek gaan zien of zich wakker of moe voelen. Ook komt geelzucht vaak voor, vooral in de tijd kort na de geboorte. Dan krijgen de ogen en huid een gele kleur. Verder hebben mensen met congenitale sferocytose vaak een grotere milt.
Soms komen ook galstenen, een korte lengte en afwijkingen van het skelet voor. RDW (Relative Distribution Width) is de Engelse term voor de berekening van de variatie in de grootte van de rode bloedcellen. Bij sommige soorten bloedarmoede bestaat er een grote variatie in de afmetingen van rode bloedcellen.
Dan is de RDW toegenomen. Dit onderzoek zit bij Bloedwaardentest niet standaard in het bloedbeeld, het is wel onderdeel van het InsideTracker onderzoek. Hemoglobine transporteert het zuurstof door je lichaam
- Dient als transport van zuurstof en koolstofdioxide
- Na gebruik door de erythrocyten, wordt hemoglobine afgebroken tot galkleurstof, ijzer en globine
- –Galkleurstof geeft ontlasting zijn typische kleur
- Oorzaken van verhoogd of verlaagd hemoglobine
- Verhoogd hemoglobine
Zie ‘verhoogde erytrocytwaarde’
Verlaagd hemoglobine
- Zie ‘verlaagde erythrocytwaarde’
- IJzergebrek
Denk bij een verhoging of verlaging altijd aan:
- Roken
- Overmatige lichamelijke inspanning
- Intensief zonnebaden
- Medicatie
- Toxinebelasting, bijv. PCB
- Testosteronsubstitutie
- Hemoglobine -niet wetenschappelijke betekenis
- Verlaagd hemoglobine
- Verlies van de innerlijke stabiliteit
- Basale ontevredenheid
- Zoekt beloning door verslavend gedrag, bijv.
- Eten, alcohol, drugs, koopziekte
- De normaalwaarden (referentiewaarden) van hemoglobine zijn onder andere afhankelijk van leeftijd en geslacht.
- Een verhoogd hemoglobine kan het gevolg zijn van:
- uitdroging
- verhoogde aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg
- ernstige longziekten
- Langdurig verblijf op grote hoogte (>2000 meter)
Een verlaagd hemoglobine kan het gevolg zijn van:
- ijzergebrek of gebrek aan de vitaminen foliumzuur en vitamine-B12
- erfelijke hemoglobine afwijkingen zoals bij sikkelcelanemie of thallassemie
- erfelijke aandoeningen van rode bloedcellen
- lever afbraak (levercirrose)
- overmatig bloedverlies
- verhoogde afbraak van rode bloedcellen
- nierziekten
- chronische ontstekingsziekten
- slecht functionerend beenmerg (aplastische anemie)
Hematocriet zegt iets over de ruimte die je rode bloedcellen in beslag nemen in je bloed. De hematocriet meting geeft informatie over het volume dat bloedcellen innemen in het bloed. Een verlaagd hematocriet duidt op bloedarmoede, bijvoorbeeld veroorzaakt door ijzergebrek.
- een absolute of relatieve vermindering van het aantal erythrocyten (alle vormen van bloedarmoede)
- te veel water in het lichaam (verwatering)
- zwangerschap
Verhoogd hematocriet wordt meestal veroorzaakt door uitdroging. Inname van voldoende vocht lost dit probleem meestal op. Een andere oorzaak van een hoog hematocriet kan de ziekte polycytemia vera zijn. Hierbij worden in het beenmerg te veel rode bloedcellen aangemaakt.
- toename van het aantal bloedcellen (polyglobulie)
- uitdroging
- splenomegalie (vergrote milt)
- tumoren
- chronische infecties
- hogere hartbelasting en doorbloedingsstoornis in het weefsel
- Hematocriet niet wetenschappelijke interpretatie
- Verhoogd hematocriet
- Langzaam denken
- Trage stofwisseling
- Verlaagd hematocriet
- Snel denken en gedachtes niet kunnen vasthouden
- Snelle stofwisseling
- Bloedplaatjes (thrombocyten)
Bloedplaatjes (thrombocyten) spelen een belangrijke rol bij bloedstolling. In het onderzoek wordt het exacte aantal bloedplaatjes gemeten. Bij een te groot aantal bloedplaatjes neemt de kans op bloedstolsels toe en bij een te laag aantal treden gemakkelijk bloedingen op (blauwe plekken).
Verhoogde bloedplaatjes komen voor bij Infecties en ontstekingen, ijzergebrek en miltverwijdering kunnen het aantal thrombocyten tijdelijk verhogen. Soms komt een hoog thrombocyten aantal voor zonder aanwijsbare reden en zonder gevolgen. Ook kan in geval van bepaalde beenmergziekten het aantal thrombocyten verhoogd zijn.
Bij deze beenmergziekten kan zowel te veel bloeden, als het makkelijker vormen van een stolsel (trombose), voorkomen. Een laag thrombocyten aantal kan worden veroorzaakt door een verminderde aanmaak van thrombocyten in het beenmerg of door een versnelde afbraak in het bloed.
- In beide gevallen kan het aantal thrombocyten zo laag worden dat er spontaan bloedingen optreden.
- De bloedplaatjes worden gevormd in het beenmerg en na ongeveer 10 dagen in de milt weer afgebroken.
- Ze bezitten geen celkern, ze spelen een sleutelrol in de bloedstolling.
- Bij een bloeding wordt er door de bloedplaatjes serotonine afgegeven ter ondersteuning van het samentrekken van de bloedvaten.
Zo wordt bloedverlies geminimaliseerd.
Gemiddelde van het aantal bloedplaatjes wordt uitgedrukt in de MPV-waarde
–Belangrijk om stollingsneiging van het bloed te diagnosticeren of te controleren Verhoogde thrombocyten:
- Miltverwijdering (Splenectomie)
- Grotere blessures
- Na de geboorte
- Infectieziektes
- zwaar ijzertekort
- Na een belastende sportactiviteit / zware lichamelijke inspanning
- Zeer hoge thrombocyten kan duiden op leukemie
- Bij een hele hoge uitslag is er een verhoogd risico op een vaatafsluiting of thrombose.
Verlaagde thrombocyten
- Virusinfecties
- Gereduceerde bloedvorming (Erythrocyten en leukocyten zijn gelijktijdig verlaagd)
- Vitamine B12-gebrek
- Beschadiging van het beenmerg
- Chemotherapie, bestraling
- Zware metalen, met name lood
- GSM-straling
- Medicatie; reuma-en hormoonpreparaten, plaspillen
- Zeer lage thrombocyten is er een verhoogde kans op bloedingen. Bloedingen in de huid (puntbloedingen) herken je als kleine puntjes in de huid. Het zijn kleine bloeduitstortingen in de huid van de armen, benen, buik of billen. Dit kan echter ook in organen plaatsvinden.
- Bloedplaatjes- niet wetenschappelijke interpretatie
- Verhoogde
- Niet verwerkt trauma
- Emotionele blokkades
- Afsluiten voor liefde
- Altijd vooringenomen, overdreven kritisch, iets niet kunnen aannemen
- Schuldgevoelens
- Verlaagde trombocyten
- Staat open voor invloeden van buitenaf
- Geen grenzen kunnen stellen
- Zeer open-minded
- Download hier een voorbeeld uitslag
- Bloedarmoede
- Bloedarmoede kan bijvoorbeeld ook het gevolg zijn van:
- acuut bloedverlies door een ongeluk, operatie, bevalling of chronisch bloedverlies door een hevige menstruatie of een ontsteking of tumor in het maag-darmkanaal en de urinewegen.
- Naast een verhoogd verlies van rode bloedcellen kan het ook zijn dat er onvoldoende bloedcellen worden aangemaakt. Meestal wordt dit veroorzaakt door een tekort aan ijzer, maar ook een tekort aan vitamine B12 of foliumzuur kan de boosdoener zijn. Gebrekkige voeding is in Nederland zelden de oorzaak van bloedarmoede. Wanneer je gezond en afwisselend eet, krijg je voldoende bouwstoffen binnen om de rode bloedcellen aan te maken. Zwangere vrouwen en kinderen in de groei kunnen wel een toegenomen behoefte hebben. Er zijn ook aandoeningen die de aanmaak van rode bloedcellen tegenwerken. Zo bestaan er aandoeningen die gezond beenmerg verdringen, waardoor de aanmaak van bloedcellen in het gedrang komt (leukemie) en worden er soms te weinig rode bloedcellen in het beenmerg gevormd (aplastische anemie).
- Een derde oorzaak voor bloedarmoede is een verhoogde afbraak van rode bloedcellen. Dit noemt men ook wel hemolytische anemie. Hierbij worden de bloedcellen voordat hun normale levensduur (120 dagen) is verstreken al vernietigd. Deze afbraak gaat sneller dan dat het beenmerg de rode bloedcellen kan vervangen. Van de hemolytische anemie bestaan erfelijke en niet-erfelijke vormen. Voorbeelden van erfelijke vormen zijn sikkelcelziekte en thalassemie. De niet erfelijke vorm ontstaat bijvoorbeeld door een gebrek aan bepaalde eiwitten of door een reactie van het afweersysteem. Malaria, teken of slangengif kunnen ook deze vorm van bloedarmoede veroorzaken.
- Onnodig zorgen maken?
- Het is dus altijd zaak om goed te overwegen of je wel een check-up wilt doen, want zelfs uit zo’n klein en standaard bloedonderzoekje als het bloedbeeld kan al informatie komen waar je misschien niet op zit te wachten.
- Lees van het huisartsengenootschap.
- De losse waarden van het bloedbeeld moeten altijd in combinatie gezien worden en door een arts geïnterpreteerd worden.
Bijvoorbeeld bloedkanker. Deze vorm van kanker ontstaat in de lymfeklieren. Een ander woord voor bloedkanker is leukemie. Chronische lymfatische leukemie wordt ook wel afgekort tot CLL. Bij deze soort is meestal te zien dat de witte bloedlichaampjes stijgen in de loop van de tijd.
Dus als je om de 6 maanden kijkt zie je de witte bloedlichaampjes langzaam oplopen, in tegenstelling tot bij een acute ontsteking, waarbij de witte bloedlichaampjes eenmalig verhoogd zijn. CLL is de meest voorkomende vorm van leukemie in Nederland. Elk jaar krijgen ongeveer 600 mensen CLL. De ziekte komt vooral voor bij mensen boven de 60 jaar.
Maar ook jongere mensen kunnen de ziekte krijgen. Bij mannen komt het 2x zo vaak voor als bij vrouwen. De ziekte CLL ontwikkelt zich niet bij elke patiënt op dezelfde manier. Ongeveer de helft van de patiënten heeft geen klachten. Bij die mensen wordt de ziekte toevallig ontdekt, bijvoorbeeld tijdens een routineonderzoek, keuring of preventief medisch onderzoek.
- De ziekte verloopt bij hen traag.
- Zij hoeven in de eerste 10-15 jaar niet behandeld te worden.
- Natuurlijk moeten ze wel af en toe op controle komen.
- Meestal gaan deze mensen uiteindelijk op hoge leeftijd dood aan andere oorzaken dan CLL.
- De andere de helft van de patiënten heeft milde klachten.
- Deze nemen in de loop der jaren toe door zwelling van de lymfeklieren, vergroting van de milt en afname van bloedcellen.
Deze patiënten worden uiteindelijk behandeld om de klachten te verminderen. Trek zelf geen conclusies uit het bloedbeeld. Als er iets ergs aan de hand is, volgt een handmatig onderzoek onder de microscoop en een interpretatie van het lab. Als er iets ergs aan de hand is wordt je altijd eerst door ons gebeld.
- Wil je weten hoe het met jouw bloedbeeld is?
- In de medische check-up worden naast het bloedbeeld ook nog andere cruciale bloedwaarden gemeten:
: Wat zegt je bloedbeeld over je weerstand?
Hoe kan je testen of je leukemie hebt?
Leukemie | Diakonessenhuis Leukemie is een kwaadaardige aandoening waarbij bloedcellen zich ongeremd vermenigvuldigen in beenmerg en bloed. Een andere naam voor leukemie is bloedkanker. Bij acute leukemie ontstaat er in het beenmerg een ongeremde woekering van onrijpe cellen (blasten).
acute myeloide leukemie (AML) acute lymfatische leukemie (ALL)
Door het tekort aan bloedcellen kunt u de volgende klachten ervaren:
moeheid door bloedarmoede bloedingen door een tekort aan bloedplaatjes infecties door een tekort aan (gezonde) witte bloedcellen
De diagnose wordt gesteld door onderzoek van uw bloed. Meestal onderzoeken we ook het beenmerg. Vaak is er geen sprake van leukemie, maar van bloedarmoede, te weinig bloedplaatjes of te veel of te weinig witte bloedcellen. Acute myeloide leukemie en acute lymfatische leukemie zijn agressieve vormen van leukemie. Zonder behandeling overlijdt u aan deze ziekten. Afhankelijk van uw leeftijd en fitheid kan een genezende behandeling starten. Deze behandeling vindt niet plaats in het Diakonessenhuis. Wij verwijzen patiënten door naar het UMC Utrecht of het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. De behandeling van acute leukemie is erg zwaar. Als dit niet mogelijk is, starten we een ondersteunende behandeling, bijvoorbeeld met bloedtransfusies en antibiotica. Soms kunnen we ook nog een remmende behandeling starten. Deze behandeling vindt wel plaats in het Diakonessenhuis.
Bij chronische leukemie rijpen de cellen, anders dan bij acute leukemie, nog wel uit. Meestal verloopt chronische leukemie minder snel en minder agressief dan acute leukemie. Er bestaan veel verschillende soorten chronische leukemieën:
chronische lymfatische leukemie (CLL) chronische myeloide leukemie (CML) hairy cell leukemie (HCL) prolymfocyten leukemie (PLL)
CLL en CML komen het meest voor. HCL en PLL zijn zeldzame vormen van chronische leukemie.
Het kan zijn dat u geen klachten heeft bij CLL. Mogelijke klachten kunnen zijn:
moeheid gewichtsverlies koorts nachtzweten infecties buikpijn door een vergrote milt of vergrote lymfklieren
Bij CML kunt u dezelfde klachten ervaren als bij CLL. Om de diagnose te stellen kijken we naar het uiterlijk van de cellen en de samenstelling van de rest van het bloed. Ook doen we een speciaal onderzoek naar de herkomst van de cellen. Soms doen we ook een CT-scan (bij CLL) of een beenmergpunctie (altijd bij CML).
Welke Beenmergziekte zijn er?
Beenmergkanker en bloedcelkanker – Stichting Nationaal Fonds tegen Kanker % % Het wijdvertakte lymfestelsel is een belangrijk verdedigingssysteem van het lichaam tegen ongewenste indringers als bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Het beenmerg is de belangrijkste bron van nieuwe bloedcellen.
- De basis van de productie van nieuwe bloedcellen is de bloedstamcel.
- Uit de in het merg aanwezige stamcellen worden naar behoefte drie soorten cellen aangemaakt: de rode bloedcellen (erythrocyten) die voor de opname van zuurstof in de longen en het transport door het lichaam longen zorgen; de witte bloedcellen (leukocyten) die ziekte- en schadeverwekkers bestrijden en onderdeel zijn van onze afweer, ons immuunsysteem; en de bloedplaatjes (trombocyten) die onmisbaar zijn voor het stollen van het bloed.
Het grootste gedeelte van het beenmerg dat voor de bloedcelvorming zorgt, wordt gebruikt voor de productie van rode bloedcellen. Bij woekeringen in het beenmerg komt deze productie vaak in het nauw door ruimtegebrek. De aanmaak van bloedcellen in het beenmerg kan verstoord raken, waardoor een of meer functies van het bloed niet goed meer werken en de algehele gezondheid steeds verder achteruit gaat.
- Zonder behandeling gaat men hier uiteindelijk aan dood.
- Er zijn verschillende soorten beenmergziekten, die hieronder apart beschreven worden: acute leukemie, chronische leukemie, en de Verwant hieraan zijn de kankers van het lymfestelsel: en.
- Al deze vormen van kanker hebben met elkaar gemeen dat ze ontstaan vanuit bloedvormende cellen.
Omdat bloedcellen maar een korte levensduur hebben, maakt het beenmerg voortdurend nieuwe cellen aan. Bij acute leukemie treedt een storing op in de productie van witte bloedcellen (leukocyten). De leukocyten worden aan het bloed afgestaan wanneer ze nog onrijp zijn en geen nuttige functie kunnen vervullen.
- Tegelijk gaat deze aanmaak ongeremd door, waardoor de productie van gezonde bloedcellen in het gedrang komt.
- De gevolgen zijn dramatisch: bloedarmoede door een tekort aan rode bloedcellen, verminderde weerstand door een tekort aan witte cellen en spontane bloedingen door te weinig bloedplaatjes.
- Terwijl dus de algehele gezondheid steeds verder verslechtert, hopen de onrijpe witte bloedcellen zich op.
Eerst in het bloed, maar vervolgens ook in de lymfeklieren, de milt en de lever. Er wordt onderscheid gemaakt tussen acute lymfatische leukemie en acute myeloïde leukemie, afhankelijk van de soort witte bloedcellen waarin de verstoring optreedt. Het tekort aan rode bloedcellen leidt tot bloedarmoede.
Daardoor wordt men bleek en krijgt een ongezonde kleur. Veelal ontstaat een verhoogde hartslag, omdat het hart zal proberen het verarmde bloed sneller rond te pompen, en dit kan leiden tot kortademigheid en vermoeidheid. Het gebrek aan gezonde witte bloedcellen kan allerlei infecties tot gevolg hebben.
Deze zijn weliswaar te bestrijden met antibiotica, maar deze komen vaak door de afbrokkelende weerstand snel weer terug. Doordat er ook te weinig bloedplaatjes zijn, leiden lichte botsingen al tot blauwe plekken en/of bloedingen. Waar de onrijpe cellen zich ophopen, ontstaan voelbare, overigens niet pijnlijke, zwellingen: in de lymfeklieren in oksel, hals en lies en in de lever en de milt.
- Acute myeloïde leukemie kent als bijzonder kenmerk een zwelling van het tandvlees.
- Waardoor leukemie ontstaat, is niet duidelijk.
- Wel zijn enkele risicoverhogende factoren bekend: ioniserende straling, chemische stoffen als benzeen, en cytostatica.
- Leukemie kan ook optreden als ‘bijproduct’ van een chemotherapie; dit komt in 3% van de gevallen voor.
Er lijkt sprake van een erfelijk bepaalde aanleg, maar hoe sterk dit verband is, is niet duidelijk. Jaarlijks worden ruim 600 gevallen van acute leukemie bij volwassenen vastgesteld, bij mannen en vrouwen ongeveer even vaak. De kans op het ontwikkelen van leukemie neemt toe naarmate men ouder wordt.
- Ook kinderen kunnen leukemie krijgen, veelal acute lymfatische leukemie.
- Als de eerste signalen van algehele verzwakking daartoe aanleiding geven, volgt onderzoek van het bloed en het beenmerg.
- Daarvoor is een beenmergpunctie vereist; dit is geen prettig onderzoek.
- Is er meer weefsel nodig om zekerheid te verkrijgen, dan volgt onder lokale verdoving een biopsie, waarbij een ‘schepje’ cellen uit het merg wordt gehaald.
Om vervolgens vast te stellen waar in het lichaam zich de opeenhopingen van onrijpe cellen bevinden, worden röntgenfoto’s gemaakt, soms echo’s en scans gemaakt. Een relatief nieuwe onderzoeksmethode werkt met immuunfenotypering. De kankercellen blijken immunologisch afwijkende kenmerken aan de buitenzijde te hebben (fenotype) die met speciaal onderzoek zijn vast te stellen.
- Deze methode kan niet alleen worden gebruikt om een betere behandeling te kunnen geven, maar ook om het resultaat en verloop van de behandeling beter te kunnen volgen.
- De behandeling van acute leukemie is in principe gericht op genezing.
- Of de behandeling aanslaat, kan niet van tevoren bepaald worden.
Ook kan een genezende behandeling voor sommige, meest oudere, patiënten te zwaar worden geacht, zodat noodgedwongen een lagere dosis wordt toegediend die slechts leidt tot tijdelijk terugdringen van de ziekteverschijnselen. De behandeling bestaat uit een intensieve en zeer zware chemokuur, die per infuus wordt toegediend en een à anderhalve week in beslag neemt.
Het doel van de kuur is om tot in het beenmerg alle onrijpe bloedcellen te vernietigen. Tegelijk wordt vers bloed toegediend, anders zou de patiënt tijdens de kuur aan totale uitputting bezwijken. Na afloop van de kuur gaat het beenmerg weer bloedcellen aanmaken en de bedoeling is dan dat er geen onrijpe bloedcellen meer groeien.
Vaak zijn hiervoor meerdere kuren nodig. Wanneer er geen afwijkende cellen meer aantoonbaar zijn, is de behandeling volledig geslaagd. Dit noemt men een complete remissie. Bij een partiële remissie is het aantal afwijkende cellen wel verminderd maar zijn ze niet geheel verdwenen.
- Hoe zwaarder de behandeling, hoe beter de resultaten.
- De meeste kans op genezing biedt het volledig vernietigen van alle cellen in het beenmerg, gevolgd door implantatie van nieuwe stamcellen van een gezonde donor.
- Dit is een zeer zware behandeling, waarvoor in het algemeen alleen jonge, sterke patiënten in aanmerking komen.
Soms worden ook aanvullende behandelingen verricht zoals het inbrengen van cytostatica in het ruggemergsvocht (liquor cerebrospinalis) of bestraling van het hoofd. Het optimaal behandelen van kanker bestaat volgens het Nationaal Fonds tegen Kanker uit de combinatie van tumor- en mensgerichte behandelingen.
- Deze laatste groep van behandelingen zijn gericht op voeding, beweging en welzijn.
- Het NFtK zet zich in deze zorg vast onderdeel te laten zijn van het behandelplan.
- Deze kunnen bijdragen aan minder complicaties, minder bijwerkingen en vergroting van het succes van andere behandelingen en dragen daarmee bij aan een hogere levensverwachting met een betere kwaliteit van leven.
Meer informatie vindt u op onze De vijfjaars overleving voor acute lymfatische leukemie is 28%, voor de zeldzamere acute myeloïde leukemie 20%. Bij kinderen is de prognose duidelijk beter en ligt voor de acute lymfatische leukemie boven de 70% en de acute myeloïde leukemie rond de 60%.